In San Francisco hebben we afscheid genomen van 600 medereizigers en zijn er ongeveer evenveel nieuwtjes aan boord gestapt. Het is leuk om hen onwennig door de boot te zien schuifelen op zoek naar de fitness of de bibliotheek, terwijl wij ondertussen blindelings de weg kennen op onze Aurora. Het nadeel van de nieuwe lading passagiers is dat er de eerste 48 uur een strenger regime is op de boot, voor het geval een van de newbies een besmettelijke ziekte heeft meegebracht. Dat wil zeggen dat er geen zelfbediening is in het buffetrestaurant, dat de snackbar gesloten is, en dat er geen hapjes meer worden uitgedeeld in de verschillende bars.
In San Francisco zijn we ook van kapitein gewisseld, en de nieuwe mag zich komen voorstellen tijdens de welkomstspeech. Het is duidelijk dat de man een roeping als stand-up comedian gemist heeft. Hij complimenteert alle dames met hun geweldige outfit, en hoopt dat we er van genieten, want als de koks hun werk een beetje goed doen zullen we volgende week al niet meer in dat kleedje passen. Hij vraagt of iemand al eerder in de Pacific geweest is, en is blij te zien dat verschillende mensen hun handen in de lucht steken. Hij is er nog nooit geweest, en kan wel wat hulp gebruiken om het juiste eiland te vinden, want van op de boot zien er allemaal hetzelfde uit. Hij waarschuwt ons ook dat we in Fiji niet moeten verschieten als we wakker worden en we zien de hele crew wegvaren van de boot in de reddingssloepen. Er is geen reden tot paniek, en we moeten niet van boord springen. Onze boot is gewoon te groot om in Fiji te dokken, dus dienen de reddingsboten als shuttledienst.
Hij staat erop dat er gespeecht wordt, en vraagt aan Thomas om een paar woordjes in het Nederlands te zeggen. Ik zing ook nog een eigen interpretatie van “lang zal ze leven”, en iedereen lacht met ons grappige taaltje. Thomas en ik geven hen een kleine introductie in de wereld van de Vlaamse dialecten, en ik bewijs dat het wel degelijk mogelijk is om de woorden “ja” en “nee” volledig te vervoegen. Ondertussen heeft het personeel ook door dat er vanavond iets speciaals aan de hand is aan onze tafel, en het duurt niet lang voor ze allemaal rond de tafel staan voor het beschamende “Happy Birthday” moment. Elizabeth kruipt net niet onder de tafel. Onvermijdelijk komt de vraag wie de volgende aan onze tafel is die deze marteling zal moeten ondergaan. Ontkennen heeft geen zin. Nog een week of twee en dan moet ik 26 kaarsjes uitblazen. Bill heeft de hele avond niets gezegd, maar nu kan hij zich niet inhouden: “26? Ik heb schoenen die ouder zijn dan dat!” We hebben er alweer een geweldige avond opzitten, en het is super om te beseffen dat een normale reis er nu al lang op zit, terwijl we deze keer nog maar aan een vierde van de rit zitten. Ondertussen kennen onze obers ons beter dan goed voor ons is. Ze weten dat ik geen nee kan zeggen tegen chocolade, en dat het niet veel moeite kost om Thomas te overhalen om toch nog dat extra bolletje ijs op te eten. Ze weten wat we zullen bestellen nog voor we de kans krijgen om het te zeggen, en af en toe overhalen ze ons om toch iets anders te kiezen omdat ze denken dat we dat lekkerder zullen vinden. Thomas en ik hebben de afgelopen drie jaar op een tiental verschillende plekken gewoond, maar niets komt ook maar in de buurt van het comfort van ons huidige stulpje. |
|||