Vanochtend krijgen we eerst uitgebreid de kans op afscheid te nemen van Grand Teton. De enige weg van Teton Village naar Yellowstone loopt namelijk dwars door het park. Op ons sluipwegeltje is het deze morgen weer volop ambiance, en in een van de vele kijkfiles zie ik zelfs een spelende beer. Jammer genoeg maant de park ranger ons aan om door te rijden, en wanneer wij uiteindelijk een parkeerplekje gevonden hebben, worden we voorbij gewandeld door wildlife-paparazzi die hun telelenzen aan het inpakken zijn . De show is duidelijk afgelopen. Hoewel er deze morgen geen wolkje te bespeuren is, kunnen we toch niet zo ver kijken. Hoe verder we de Tetons inrijden, hoe sterker de geur van brand wordt. Vandaag is het dus inderdaad “Sunny and smoky”, en het is veel minder cool dan het klinkt. Na een dik uur rijden, zien we eindelijk de Zuidelijke ingang van Yellowstone. Het park bestaat uit een “upper loop” en een “lower loop” die samen een grote 8 vormen, met daarnaast nog een aantal verbindingswegen naar de verschillende ingangen. Omdat we vannacht in het Noorden van het park slapen, en daarna nog 4 overnachtingen in het Zuidelijkste dorpje gepland hebben, willen we ons vandaag vooral op de bovenste lus concentreren. We beginnen voorzichtig met een paar opwarmertjes: we maken een korte stop bij een bescheiden watervalletje, leren bij over de grote bosbranden van ’88 en rijden langs een mooi groot meer. Daarna is het de bedoeling om zo snel mogelijk door te rijden tot we in de bovenste lus zijn, maar dat is helaas buiten mijn zwakke karakter gerekend. We zitten ondertussen al een tijdje in de auto en willen een korte plas- en koffiepauze inlassen. Het dichtstbijzijnde dorpje is Old Faithful Village, en van ons oorspronkelijke plan om snelsnel een meeneemkoffietje te bestellen, schiet al gauw niets meer over. Wanneer we aankomen bij de Old Faithful Lodge merken we dat het gigantisch druk is, en dat kan alleen maar betekenen dat de Old Faithful Geyser op uitbarsten staat. Twee minuten nadat we onze auto geparkeerd hebben, begint de ouwe getrouwe inderdaad te rommelen, en even later sproeit hij kokend water meer dan 50 meter de lucht in. Daar word ik toch wel eventjes stil van. Nu we hier toch zijn, wandelen we ook nog even binnen bij het visitor center, en een klein half uurtje later zetten we vastberaden onze tocht naar het Noordelijke deel van het park verder. Jammer genoeg wordt ons karakter een paar minuten later alweer op de proef gesteld. Plotseling zien we langs de kant van de weg twee bizons grazen. We hebben nog nooit eerder bizons gezien, en voor we het weten zijn we de eerstvolgende parking opgereden om de imposante beesten van dichterbij te bekijken. We proberen zo dicht mogelijk bij de dieren te geraken, maar we worden voortdurend afgeleid. We zijn hier in het “Biscuit Basin”, een gebied vol vulkanische activiteit. Het lijkt alsof we plots in het decor van een apocalyptische film terecht gekomen zijn: een prettige houten boardwalk brengt ons langs dampende warmwaterbronnen met feloranje randen, pruttelende geiser en rokende gaten in de grond omringd door afgestorven bomen. En dan zijn er natuurlijk ook nog de bizons. Dit is zo ongelooflijk cool! We zijn hier nog maar pas, maar Yellowstone maakt nu al indruk. Na een klein uurtje in het Biscuit Basin nemen we ons nog maar eens voor om vanaf nu in 1 ruk door te rijden naar de upper loop, maar vijf kilometer verder verliezen we helaas alweer het gevecht tegen onze wilskracht. Aan de Grand Prismatic Spring, de grootste en helderste warmwaterbron in Yellowstone, kunnen we het niet laten om een korte wandelstop in te lassen. Het is een foto van deze warmwaterbron die ervoor gezorgd heeft dat Yellowstone zo hoog op mijn verlanglijstje stond, en nu we er zo dicht bij zijn, kan ik niet langer wachten om dit natuurfenomeen in het echt te zien. Ik heb mij laten vertellen dat je het beste zicht op de bron hebt van op de top van een nabijgelegen heuvel. Er is geen officieel pad, maar we zijn duidelijk niet de eersten die hier tussen de omvergevallen boomstammen naar boven klauteren. Op de top worden we beloond met een uniek zicht: een dampend, onnatuurlijk blauw meer met een feloranje rand. Schitterend gewoon. Nu we de Grand Prismatic uit vogelperspectief gezien hebben, is het een echte tegenvaller om even later aan de voet van het meer te staan. Van hieruit zie je enkel de dampen boven de warmwaterbron, en bijna niets van de unieke kleuren die we daarnet zagen. Bovendien is het hier stukken drukker en ruikt het vaag naar rotte eieren. Het is uiteindelijk al een stuk na de middag als we in het noordelijke deel van het park aankomen, en ons niet meer schuldig moeten voelen over alle stops die we willen inlassen. Aan Artist’s Paintpot komen we via een korte wandeling weer terecht in een heel leuk gebied vol thermische activiteit. We zien hier voor het eerst een kokende modderpoel, en blijven zeker een kwartier kijken en luisteren naar de uiteenspattende modderbellen. Je kunt het niet echt “mooi” noemen, maar het is wel ongelooflijk cool. Daarna hebben we nog net voldoende tijd om een blitsbezoekje te brengen aan Norris Basin. Steamboat Geyser toont zijn kunstjes, we zien nog een paar kleinere geisers uitbarsten, en raken maar niet uitgekeken op de felgekleurde warmwaterbronnen. Dan zit onze eerste dag Yellowstone er al op, want de zon begint langzaam te zakken en het is geen pretje om hier in het donker met de auto te rijden. We hebben vandaag heel veel gezien en gedaan, maar het is ons nu al duidelijk dat Yellowstone veel meer te bieden heeft dan we op vijf dagen kunnen zien. Dat wordt nog moeilijke keuzes maken… |
|||