Zoals verwacht kan ik zondag geen twee stappen verzetten zonder dat mijn voeten protesteren, dus zit er voor mij niets anders op dan een dagje zetelen. Thomas heeft vandaag twee vergaderingen via Skype die hij niet mag missen, dus sturen we Akke en Fem voor één keer alleen op pad. Ik beslis om van de nood een deugd te maken en nestel mij in de zetel met mijn boek. Na drie maanden wachten heb ik eindelijk een exemplaar van Twilight te pakken gekregen, en ik kan niet wachten om te ontdekken of de hype al dan niet terecht is. Voor ik het weet ben ik volledig in de ban van de avonturen van Edward en Bella, en vergeet ik alles rondom mij. Plots wijst Thomas naar buiten: het is hondenweer. Het dondert en bliksemt en het is waanzinnig hard aan het regenen buiten. Het zijn van die reuzendruppels waar je onmiddellijk doornat van wordt. Van onder mijn fleece dekentje kijk ik naar de mooie lichtshow buiten, maar toch denken we ook even aan die arme Akke en Fem die momenteel door de straten van Boston aan het dwalen zijn. We wensen hen een afdakje toe. Of een warme chocolademelk uit de Starbucks. Ik pendel de hele dag tussen het bed en de zetel (en tussen Thomas en Edward), en geheel tegen mijn normale natuur in geniet ik van de stilte, en van het feit dat ik nog eens een dagje kan binnenblijven. Er is maar één iets waarvoor ik onze studio moet verlaten: om naar het toilet te gaan. Ons kleine toiletje is duidelijk niet voorzien op bezoekers, en zit volledig verstopt. De onderhoudsdienst van MIT kan dit soort problemen normaal ogenblikkelijk verhelpen, maar omdat wij twee illegalen herbergen op onze kamer, kunnen we voorlopig geen beroep doen op hun diensten. Bijgevolg moeten we elke keer de lift nemen naar de kelder, waar gelukkig ook een toilet is. Iets na zessen komen onze gasten doorweekt terug thuis van hun tocht. Van achter glas is zo’n onweer duidelijk toch een stuk plezanter dan als je je te midden de actie bevindt. Iedereen heeft ontzettend veel honger, en zelfs nadat we een family pack Dorito’s verorberd hebben, snakken we naar een stevige maaltijd. Omdat het nog altijd regent, en omdat ik stilaan aan het vergroeien ben met onze zachte, comfortabele zetel, stel ik voor om iets super-Amerikaans te doen: pizza delivery! Tot nu toe hebben Thomas en ik ons braaf ingehouden en nog geen enkele keer gebruik gemaakt van deze geniale uitvinding, maar vandaag ik vind ik het de ideale gelegenheid om dit toch eens uit te proberen. Op de campus zie ik geregeld auto’s van pizzabezorgers rijden, en gelukkig herinner ik me de naam van één van die bedrijfjes: Cinderella’s. Google helpt ons zonder problemen aan de menukaart, en de site biedt zelfs de mogelijkheid om onze keuze online door te geven. Dit is luiwammeshemel: vettig eten zonder uit je stoel te moeten komen én zonder dat je de telefoon ervoor moet oppikken. Een half uurtje later gaat de bel, en en nog iets later komt mijn man de kamer binnengewandeld met twee gigantische, dampende pizza’s en lookbroodjes. Hier zou ik wel aan kunnen wennen. Na ons royaal diner ondernemen we nog een poging om een film te kijken, maar dat wordt alweer een beschamende vertoning. De film is nog geen half uur bezig, of iedereen ligt alweer te knorren. Ik kan nochtans écht niet zeggen dat ik een lastige dag achter de rug heb. |
|||