Woensdag ziet het er naar uit dat het een mooie dag zal worden. De combinatie van de zon en het vooruitzicht om Harriet mijn favoriete stukje Boston te laten zien, maakt mij onmiddellijk welgezind. We nemen de metro tot aan Copley Square. Dit blijft mijn vaste metrostop bij een bezoekje aan Boston, alleen al omdat ik het nooit beu word om uit de grond te komen tussen mijn mooie bibliotheek en mijn Hancocktoren. We wandelen rond Hancock en de Trinity Church, en daarna trekken we naar de bibliotheek voor mijn favoriete spelletje “zoek de boeken”. Als je langs het oude gebouw de bib binnenwandelt, moet je namelijk door een doolhof van leeszalen en smalle gangetjes voor je eindelijk in het hoofddeel van de moderne vleugel belandt, waar de boeken staan. Harriet heeft duidelijk geen zin in al dat moeilijke gedoe, en voor ik het weet, brengt ze ons via een shortcut die ik nog niet kende recht naar de boekenzaal. Tot zover de uitdaging. Onze volgende stop is Prudential. We wandelen door het mooie winkelcentrum, en nemen de tijd om te lunchen in de Food Court. Omdat we nog een kortingsbon bij Ben & Jerry hebben voor “1 + 1 gratis”, verwennen we onszelf met een lekker dessert. Twee bollen lijkt mij een beetje weinig voor drie mensen, dus kiezen we er maar vier: Coconut, Cherry Garcia, Chunky Monkey en Strawberry Cheesecake. De bollen zijn gigantisch, en hoewel het smaakt, moeten we met pijn in het hart een halve bol weggooien. Thomas heeft deze namiddag een vergadering in Boston University, en wij wandelen met hem mee. Na een bezoek aan Harvard en MIT stelt BU niet zo veel voor. BU Beach bijvoorbeeld mag dan al veelbelovend klinken, in werkelijkheid is het niets meer dan een dunne grasstrook tussen twee snelwegen, waar studenten in de berm liggen om te studeren. Harriet en ik wandelen dan maar terug naar het centrum. In Marlborough Street en Beacon Street kijken we naar de typische huizen van deze buurt, maar eigenlijk is het te warm om veel te wandelen. Nu het eindelijk eens mooi weer is in Boston, willen we ervan profiteren om een terrasje te doen op Newbury Street. Ik vind het zalig om eindelijk eens buiten te kunnen zitten zonder mijn dikke winterjas. Harriet en ik zijn vrolijk aan het tetteren, wanneer we onderbroken worden door een onverzorgde man die wil weten welke taal we precies spreken. De man ziet eruit als een bedelaar, maar dat blijkt niet te kloppen. Hij is een wetenschapper, en een persoonlijke kennis van Eli Broad, de filantroop die een fractie van zijn fortuin gebruikt heeft om de Broad Institute op te richten. Bedelaars en succesvolle wetenschappers zijn niet altijd makkelijk van elkaar te onderscheiden, zelfs een geoefend oog kan zich al eens vergissen. Na ons terrasje gaan Harriet en ik op koopjesjacht in de Marshall’s en bij Filene’s Basement. Vreemd genoeg blijkt onze speurtocht geen succes. Wij hebben allebei nochtans écht een paar leuke truitjes nodig die bij onze nieuwe Levi’s broeken passen. |
|||