Een academische carrière heeft ontzettend veel voordelen, maar het interessantste aspect blijft in mijn ogen toch de buitenlandse conferenties. Dit jaar mag Thomas zijn werk nog eens gaan voorstellen op een conferentie in Stockholm, en zoals het een liefhebbende (en reisgekke) echtgenote betaamt, vergezel ik mijn man op zakenreis. Ik kijk enorm uit naar ons tripje, niet alleen omdat Stockholm naar verluidt een erg mooie stad is, maar ook omdat ik mijn ouders na meer dan vier maanden eindelijk nog eens zal zien. Onze vlucht vertrekt pas dinsdagavond, maar omdat we nog zo veel dingen willen regelen op het laatste moment, blijft Thomas de hele dag thuis. Bij het maken van onze valiezen stellen we vast dat er nog twee essentiële dingen ontbreken. Vorige week hebben we eens met ons fototoestel gesmeten, en sindsdien hebben al onze foto’s een paarse schijn en zijn ze in strepen. Aangezien ons garantiebewijs ergens verstopt zit in een grote doos in Zwevezele, zit er maar een iets op: een nieuw toestel kopen. Thomas en ik trekken naar het Microcenter, en kiezen een nieuw fotomachien. Het tweede item op ons verlanglijstje is een MIT-trui. Thomas wil in Zweden kunnen opscheppen over al zijn verschillende affiliaties. Sinds zijn eerste dag als Broadie heeft hij een fleece van the Broad, en dankzij Akke en Fem heeft hij ook al een mooie UGent trui. Nu vindt hij het de hoogste tijd om ook eens te investeren in een trui van MIT. We leven ons volledig uit in de Coop, en voor één keer lijkt Thomas het niet erg te vinden om kleren te passen. Uiteindelijk kiezen we een mooie blauwe trui, waarop je het MIT-logo al van heel ver ziet blinken. Daarna zijn we helemaal klaar om te vertrekken. We hebben nog nooit eerder vanuit Boston Airport gevlogen, en ik vind het een erg plezante luchthaven. Aan het raam staan overal schommelstoelen, om te kijken naar de opstijgende en landende vliegtuigen. In de terminal staan verschillende automaten, en naast de gebruikelijke drank- en koekjesmachines, kan je hier ook verschillende taalgidsen en elektronische snufjes kopen. In de Best Buy automaat kan je bijvoorbeeld nog snel een iPod Touch of een GPS kopen. Vreemd. Terwijl we staan te wachten aan de veiligheidscontrole, trekt een lawaaierig smurfke mijn aandacht. Hij racet door de luchthaven met een veel te grote trolley, en het coole is dat zijn kleinere broertje op een stoeltje zit dat aan de valies is vastgemaakt. Ze beleven allebei de tijd van hun leven, tot de overenthousiaste grote broer te scherp wil draaien, en de valies met kleine en al uit de bocht vliegt. Ondertussen begint Thomas stilaan spijt te hebben van zijn reistenue. Hij kon niet wachten om te pronken met zijn nieuwe MIT-trui, en wordt nu voortdurend aangeklampt door MIT-alumni die hun verhaal eens willen doen, en door anonieme reizigers die hem zware wiskundige problemen komen voorleggen. Vanaf nu mag Thomas er zeker van zijn dat ik zijn trui nooit zal afnemen (of toch niet om me buiten de campus te begeven). We gaan naar Stockholm via Reykjavik, en het is de eerste keer dat we met Iceland Air vliegen. Onze grootste bekommernissen op trans-Atlantische vluchten zijn nog altijd het comfort (zal Thomas zijn lange benen in zijn nek moeten zwieren, of is er plaats genoeg op de grond?), het entertainment programma (zullen er films tussen zitten die we nog niet gezien hebben?) én het menu (sinds ze mij op een vlucht met Jet Airways eens kikkererwtenprut hebben durven voorschotelen, is mijn vertrouwen in vliegtuigeten zwaar gedaald). We zijn allesbehalve onder de indruk van de diensten van Iceland Air. We moeten een koptelefoon kopen om te kunnen genieten van de films, en een van de twee blijkt dan nog niet te werken. Er is niets van eten inbegrepen tijdens de vlucht, en de beperkte selectie broodjes aan boord is schandalig duur. Bovendien hebben we nog nooit in zo’n klein toestel de oceaan over gevlogen. Aangezien het een nachtvlucht is, nestel ik mij onder een dekentje tegen Thomas’ brede schouders en probeer ik mijn ogen toe te doen. Toch slaag ik er maar niet in om de slaap te vatten. Er is veel te veel lawaai, en de stoelen zijn toch net niet comfortabel genoeg om te kunnen doorgaan voor bedden. Om middernacht staar ik vol ongeloof naar buiten: het lijkt erop dat we ondertussen ver genoeg naar het noorden gevlogen zijn om de middernachtzon te zien! Ik verbaas mij erover hoe fel de zon al/nog aan het schijnen is, en ik wil Thomas wakker maken om hem te laten meegenieten van dit natuurfenomeen. Een snelle blik op mijn tv-scherm zet mij weer met mijn voetjes op de grond. Mijn uurwerk staat nog op Boston-tijd, en we zijn ondertussen een paar tijdzones opgeschoven. De lokale tijd is hier 4u ‘s morgens, dus het is helemaal niet zo ongebruikelijk dat de zon al aan het opkomen is. Even later landen we in Reykjavik. We moeten redelijk lang wachten aan de douane, maar ik heb het er voor over wanneer ik zie dat iedereen een stempel krijgt. Ik vind mijn paspoort nog veel te leeg, en beschouw elke nieuwe stempel dan ook als een ware overwinning. Jammer genoeg zijn wij de enigen uit onze rij die niet bestempeld worden, aangezien wij als Belgen sowieso het land binnen mogen, en de beambte kijkt te boos om er toch een te durven vragen. In de luchthaven van Reykjavik ontbijten we met een croque monsieur die –naar Amerikaanse normen- wel erg mager belegd is: er liggen maar twee sneetjes hesp en drie sneetjes kaas tussen. Ik vind het zalig om weer volgens Europese normen te kunnen denken, en voel me op slag een klein beetje thuis. Van zodra ons ontbijt op is, mogen we terug het vliegtuig op voor het tweede deel van onze reis. Dit vliegtuig is nog kleiner dan het vorige, en de stoelen zijn een stuk minder comfortabel. Als klap op de vuurpijl valt onze personal entertainment set halverwege een spannende film uit: door technische problemen (twee woorden die je nooit wil horen als je op 10 km boven de begane grond zweeft) achteraan in het vliegtuig moeten alle tv’s uitgeschakeld worden. Ik probeer dan maar om nog een paar uur slaap in te halen, maar ik slaag er niet in om mijn ogen dicht te houden. We vallen allebei om van de slaap wanneer we uit het vliegtuig stappen, maar we zijn in Stockholm! Hoezee! |
|||
schuldgevoel
En ik voel mij al schuldig als ik anderhalf sneetje kaas tussen mijn croque leg ipv ééntje ;-)
Afin, ik ga eens vlug verder lezen wat er in stockholm allemaal gebeurd is!
Mmm, een croque met maar
Mmm, een croque met maar anderhalf sneetje kaas. Dat zou me echt nog wel eens smaken. Altijd meer dan 10 lagen beleg is een beetje teveel van het goede. Op een broodje rosbief heb ik de indruk dat ze een volledige koe proberen leggen, bij voorkeur gemarineerd in mayonaise.