Elke herfst wordt New England overspoeld door toeristen die hier naar de vallende blaadjes willen komen kijken. De streek rond Boston is namelijk gekend voor haar “uitzonderlijke kleurenpracht” in het najaar, en omdat Amerikanen alles graag zo veel mogelijk commercieel uitbuiten, wordt volop reclame gemaakt voor de “Fall Foliage” en “Autumn Adventures” om toeristen ook buiten de zomermaanden naar deze regio te lokken. Thomas en ik zijn er zeker van dat de Amerikanen weer overdrijven, maar hoe hard we hen er ook van overtuigen dat de blaadjes in Belgie ook verkleuren, zij blijven volhouden dat het helemaal niet hetzelfde is (hoewel ze natuurlijk nog nooit zelf in Europa geweest zijn). Wij trekken ons niets aan van al hun straffe verhalen, en spenderen net die week die traditioneel het hoogtepunt van de kleurentransformatie is, in ons eigen mooie Belgie. Wanneer ons vliegtuig Boston nadert, moeten we erkennen dat de Amerikanen dan toch eens gelijk hadden : de kleuren onder ons zijn werkelijk wondermooi. Terwijl we in Belgie vooral okerbruine blaadjes gezien hebben, vliegen we nu boven een regio vol felgele en felrode kruinen. Van zodra we bekomen zijn van onze vlucht, trekken we er op uit om de bomen van dichterbij te bestuderen. We houden ons fototoestel in de aanslag, maar we beseffen onmiddellijk dat het een onmogelijke opgave wordt om de sfeer van onze mooie herfststad op foto vast te leggen. We wandelen op ons gemak naar de esplanade, en genieten van het zacht oktoberzonnetje en het warme kleurenpalet. Omdat het warm genoeg is om zonder jas rond te lopen, pronken we allebei trots met onze unieftruien (ik draag onze mooie UGent-trui, en Thomas loopt rond in zijn MIT-trui). Wanneer Thomas zijn stoere trui aanheeft, wordt hij geregeld aangeklampt door verdwaalde toeristen die hem de weg naar de campus vragen, of wildvreemden die hem een complex wiskundig vraagstuk willen voorschotelen. Deze keer ben ik het die aangesproken word. “Hé, heb jij ook in Gent gestudeerd?”. Ik schrik me een ongeluk, maar kan nog net ja stamelen. We maken kennis met twee Belgische Fall Foliage-toeristen die ook allebei aan onze geliefde Gentse Universiteit gestudeerd hebben. Verdorie, zelfs in Boston is onze geheime codetaal niet meer veilig... Van de Esplanade trekken we naar Boston Common, waar we onszelf een zakje vers geroosterde nootjes cadeau doen. Terwijl we lopen te genieten van al dat lekkers, wordt onze aandacht getrokken door een optreden even verderop. In het prieeltje van het park zien we enkele jongedames wulps met hun achterwerk zwaaien terwijl ze enkele liedjes kwelen. Bij elke stap die we zetten raken we er meer en meer van overtuigd dat het zeker niet dankzij hun zangtalent is dat ze op het podium beland zijn. Ondanks de vele valse noten, kan mijn nieuwsgierige ik het niet laten om een kijkje te gaan nemen. Hoe dichter we het podium naderen, hoe meer verklede mensen we tegenkomen. Thomas en ik kijken daar al lang niet meer van op: in de weken voor Halloween is het hier soms erg moeilijk om te weten wie een kostuum aanheeft, en wie zijn unieke persoonlijkheid graag via zijn kleding”stijl” etaleert. Zelfs als we alle kostuums als bizarre fashion statements zouden interpreteren, kan het ons niet ontgaan dat het bijna Halloween is. In alle winkels hangt het vol verkleedkleren (meestal met bijhorend mandje), en de uitdeelsnoepjes zijn overal in reclame. Overal waar je kijkt zie je spinnewebben, pompoenen, heksen op bezems, en dit jaar zijn er ook uitzonderlijk veel vampieren te bespeuren. Gisteren zijn we een kijkje gaan nemen op het halloweenfeestje van MIT en daar leek het op een exotische dierentuin. We zagen kindergiraffes, babyneushoorntjes, kleine olifantjes en een superschattig tijgertje. Alle meisjes waren –uiteraard- uitgedost als prinsesjes. Het feestje van vandaag in het park is een stuk minder charmerend: we zijn blijkbaar terecht gekomen op het halloweenfeestje van de plaatselijjke hondenclub, en alle baasjes hebben hun viervoeter in een belachelijk kostuumpje gehesen. Deze keer zijn het de chihuahuas die er bij lopen als prinsesjes. Andere opvallende kostuums waren het duo engeltje-duiveltje, het buldogbijtje en de dashond die verkleed was als hot dog: aan weerskanten van zijn lange lijf een half broodje, en op zijn rug een streepje mosterd om het af te werken. Only in America. Wij lopen zo snel mogelijk weg van deze overdaad aan kitsch en slechte muziek, en vluchten de dichtstbijzijnde Starbucks binnen. Over twee maanden moet ik cold turkey afkicken van mijn favoriete koffieketen, maar tot dan wil ik er nog zo veel mogelijk van genieten. |
|||