Donderdagnamiddag heb ik mijn vaste afspraak met Professor Wallon voor anderhalf uur Franse Geschiedenis. Meestal kijk ik uit naar deze bijeenkomsten, maar vandaag vertrek ik tegen mijn zin en met een klein hartje naar de les. Vorige week moesten we namelijk een paper schrijven over het cultuurbeleid van Frankrijk, en vandaag is het tijd voor het onvermijdelijke moment: we krijgen onze schrijfsels terug, en worden hardhandig geconfronteerd met alle fouten die we gemaakt hebben. Aangezien ik nog altijd niet kan omgaan met commentaar, probeer ik op een of andere manier onder de les uit te komen. Na mijn wonderbaarlijke genezing van dinsdag lijkt het mij niet gepast om Thomas te laten geloven dat ik opnieuw ziek ben, en aangezien de les maar om 15u begint, behoort het flauwe excuus “Ik heb me overslapen” ook niet echt tot de mogelijkheden. Uiteindelijk beslis ik om toch maar voor de korte pijn te gaan, en zo sta ik om 15u stipt voor lokaal 14N-225, mezelf en mijn uitstelgedrag te vervloeken. Toen ik besliste om hier in Boston weer te beginnen studeren, zag ik vooral de voordelen van het studentenleven: uitslapen, fuiven, studentenverenigingen en heel veel vakantie. Laat maar komen! Ik was al bijna helemaal vergeten dat studenten ook af en toe eens een taak of een examen hebben. De week voor ik mijn paper moest indienen, heb ik de deadline vakkundig genegeerd. Jammer genoeg is de deadline daarmee niet verdwenen, maar kwam hij steeds dichterbij, tot hij me uit de ontkenningsfase dwong. Zo heb ik mijn volledige paper geschreven in de 24u voor ik hem moest indienen, en heb ik zelfs niet de tijd gehad om alles na te lezen. Ik vrees dan ook het ergste voor mijn resultaten, en installeer me helemaal achteraan het klaslokaal in het verste hoekje. Als ik een vernietigende kritiek krijg op mijn werk, dan kan ik subtiel in de muur kruipen. De prof deelt de papers uit, en ik zie hoe de meeste pagina’s herleid zijn tot één grote rode vlek. Wanneer ik mijn blaadjes terugkrijg, lacht de de prof mij vriendelijk toe. Uit medelijden natuurlijk, zoveel is duidelijk. Ik durf bijna niet te kijken, maar dan zegt de prof “Très bien, Annaliese”, en wanneer ik eindelijk de moed verzamel om naar mijn blad om te draaien, zie ik dat er bovenaan mijn blad een grote A+ prijkt. Voorlopig ben ik dus een “straight-A student”, en na de les bel ik zo snel mogelijk naar Thomas om hem het heuglijke nieuws te melden. Mijn man begint ondertussen stilaan een beetje zenuwachtig te worden. Hij had een beurs aangevraagd om naar de conferentie in Stockholm te gaan, en hij heeft nog altijd geen nieuws. Vorig jaar had hij bij diezelfde organisatie een beurs aangevraagd om naar Toronto te gaan, en toen heeft hij enkele dagen voor de deadline het heuglijke nieuws gekregen dat hij zou gesponsord worden. Nu weet hij op de dag van de deadline nog altijd niets, en we vrezen dat geen nieuws in dit geval slecht nieuws is. Ik begin rekening te houden met het onmogelijke scenario dat Thomas dit keer niet bij de gelukkigen is. Zaterdagnamiddag, net wanneer we op het punt staan om naar de winkel te vertrekken, roept Thomas me voorzichtig naar zijn scherm. Hij heeft een mailtje ontvangen van de conferentie dat begint met “Dear Mr. Abeel, We are happy to inform you....”, en we maken allebei een vreugdedansje. We voelen ons allebei bijzonder succesvol, en trakteren onszelf op een lekkere fles schuimwijn en een jazzconcert. Na drie maanden in het barbaarse Amerika is het immers de hoogste tijd om nog eens een vleugje cultuur op te snuiven, en zelfs hiervoor moeten we de campus niet verlaten. De jazzband van MIT geeft vanavond zijn slotconcert, en ze worden hierbij versterkt door drie professionele topmuzikanten. Het groepje bestaat voornamelijk uit MIT-studenten, maar het niveau ligt toch erg hoog. Je komt er niet in zonder dat je de loodzware auditie hebt overleefd, en als je je engageert voor de band, mag je een ander vak laten vallen omdat er zoveel tijd in kruipt. Dit is duidelijk meer dan zomaar een hobbyclubje, en dat merken we aan de kwaliteit van de muziek. We luisteren naar een tiental werken van drie verschillende componisten, en ze bevinden zich alle drie in de zaal. Twee van hen komen zelfs geregeld een deuntje meespelen, en zorgen voor een paar indrukwekkende solo’s. Toch hebben we het soms moeilijk om ons serieus te houden tijdens het concert. De drie professionals die het groepje tijdelijk vervoegen, tappen alle drie erg opvallend met hun voet, en volgen alle drie een compleet verschillend ritme. Als we daar de spastische bewegingen van de dirigent nog bij nemen, is het resultaat een bevreemdende dans waarbij Thomas en ik in lachen uitbarsten. Na het concert wandelen we nagenietend naar huis, wanneer het plots begint te regenen. Thomas en ik blijven arm in arm verderslenteren, en lachen met de mensen die ons voorbijsnellen, en uiteindelijk toch natter zijn dan wij. Vanavond valt de regen gewoon van ons af, want niets kan ons raken. Wij hebben een A+ en een travel fellowship. |
|||
leuke verhalen om te lezen,
leuke verhalen om te lezen, elke keer opnieuw! Proficiat aan thomas voor zijn beurs en aan jou voor je A+!