In de meeste havens hebben we een uur of acht, maar aangezien Bangkok op meer dan twee uur rijden ligt van de haven, is onze tijd hier wel heel erg beperkt. We hebben exact vijf uur om de stad te verkennen, dus heb ik een hele strakke planning opgemaakt om in een recordtijd zo veel mogelijk van Bangkok te zien. De shuttle zet ons af in het commerciele centrum, maar wij willen natuurlijk helemaal naar de andere kant van de metropool voor de mooie tempels en het paleis in het oude stadsgedeelte. Volgens Wikitravel is de snelste manier om de stad te doorkruisen de Saen Saep express boat. Dit bootje wordt vooral gebruikt door de locals om naar hun werk te pendelen, en wordt omschreven als “relatief veilig”. Via een klein steegje komen we aan de halte van de boot, en alles waarvoor Wikitravel ons gewaarschuwd heeft blijkt te kloppen. De boot komt nooit echt helemaal tot stilstand, dus moet je via een autoband gewoon op het vertraagde vaartuig springen. In de boot houden passagiers een soort douchegordijn vast om zichzelf te beschermen tegen het opspattende water, want we varen hier op een veredelde open riool. We beginnen te snappen waarom P&O deze pendelboot nergens in zijn brochures vermeldt, maar vinden het best een plezant avontuur. Het goede nieuws is dat de pendelboot spotgoedkoop is, en ons in geen tijd tot op wandelafstand van de oude stad brengt. Onderweg naar onze eigenlijke bestemming kijken we ook al onze ogen uit. We wandelen langs de Golden Mount, een tempel met een enorme gouden toren, en zien winkels met gouden boeddhabeelden in alle mogelijke formaten. We passeren ook langs een andere tempel die er heel spectaculair uitziet, maar niet eens vermeld wordt op ons kaartje. Uiteraard doet dat de verwachtingen voor het Grote Paleis en de omliggende tempels alleen maar toenemen. We beginnen met Wat Pho, de tempel met het grootste liggende Boeddhabeeld ter wereld, en het meest Boeddhabeelden in Thailand. We weten niet waar eerst gekeken. Alles is zo mooi versierd, en achter iedere hoek wacht een nieuwe verrassing: nog meer boeddhabeelden, nog meer paviljoentjes, en nog meer torentjes. We zijn zowaar onder de indruk, en dan hebben we nog niet eens het grootste boeddhabeeld gezien. Daarvoor moeten we even aanschuiven, maar het loont de moeite. Het beeld is zo groot dat het onmogelijk is om er een goede foto van te nemen, maar uiteraard willen we dat tegen beter weten in toch proberen.
Ik geloof dat de woorden “cooler dan de Verboden Stad in Beijing” gevallen zijn. Het is dan ook onmogelijk om de vergelijking niet te maken. Ook nu weer zitten we in een lawaaierige Aziatische stad, vol splinternieuwe luxehotels, fastfoodrestaurants en winkelcentra, met midden in het centrum een aantal tempels waarvan je mond openvalt, en een optrekje van de almachtige leider dat alle verwachtingen overtreft. Nadat we ongeveer anderhalf uur hebben rondgedwaald in het koninklijk domein, keren we langs een marktje terug naar Wat Pho. Even lijkt het erop dat we nog net voldoende tijd hebben om een derde tempel mee te pikken. Wat Arun ligt aan de andere kant van de rivier en er is een ferry die je voor 3 baht (minder dan 10 Eurocent) naar de overkant brengt. Jammer genoeg duurt het te lang voor de ferry vertrekt, en na een kwartier wachten kunnen we niet anders dan dik tegen onze goesting terug af te stappen en de terugtocht aan te vatten naar de shuttlebus. We hebben schitterende dingen gezien in Bangkok, maar zijn verre van voldaan. We hadden genoeg tijd om te beseffen hoeveel de stad te bieden heeft, maar moesten vertrekken voor we de kans hadden om alles te ontdekken. Alweer een stad om toe te voegen aan de lijst met plekjes waarnaar we moeten terugkeren.... |
|||