Gisteren stond geheel in het teken van de stad, dus is het maar eerlijk dat we dat vandaag compenseren met een brokje Nieuw Zeelandse natuur. Zoals de naam al doet vermoeden is de Bay of Islands een schitterende baai vol kleine, groene eilandjes en vandaag heeft de kapitein onze Aurora in het midden van al dat moois geparkeerd. We ontbijten op het buitendek en zijn onmiddellijk helemaal verkocht. Wat een mooie omgeving. Net als in Fiji is onze boot te groot voor de haven, dus wordt er opnieuw met tenders gewerkt. Wij hebben een excursie geboekt deze morgen, en zijn dus bij de eersten die van boord mogen. Een kleine reddingssloep brengt ons naar het vasteland, en daar staat onze volgende boot al te wachten. Deze voormiddag gaan we namelijk met een Catamaran op stap om zo veel mogelijk van de baai te zien. We zijn nog niet goed en wel vertrokken, of we moeten al vertragen. Er werd “wildlife” gespot en in deze beschermde zone hebben alle beesten voorrang. Het blijkt een hele groep dolfijnen te zijn, en ze hebben beslist om vrolijk rond onze catamaran te spelen. Ze komen een zwem- en springdemonstratie geven, en wij weten niet waar eerst gekeken. Ik hoef waarschijnlijk niet te zeggen dat niemand klaagt over deze onverwachte vertraging. Uiteindelijk kunnen we toch verder varen, en het is puur genieten. Er wordt wel eens gezegd dat schilders naar Nieuw Zeeland komen omdat het groen hier groener is dan elders, en ik snap wat ze bedoelen. We krijgen zo veel verschillende schakeringen groen te zien op de diverse eilandjes, dat ik denk dat ik een nieuwe lievelingskleur heb. Ook het zeewater lijkt hier meer kleur te hebben. Het varieert van warm middernachtsblauw tot fel appelblauwzeegroen, en het is zo helder dat we visjes kunnen zien zwemmen zonder dat we moeten snorkelen. Wanneer we de baai uitvaren en in open zee terecht komen, verandert het uitzicht. De eilandjes aan onze rechterkant zijn nu allemaal veel groter, en de kust bestaat nu uit steile kliffen in plaats van uit zandstrandjes. De hoofdattractie van ons boottochtje is “Hole in the rock island”, een gigantische rots met een gat in dat net groot genoeg is voor onze catamaran. We hebben geluk met het weer, dus de kapitein vindt het veilig genoeg om door het gat in de rots te varen. Aan de andere kant wacht ons nog maar eens een leuke verrassing: een grote school visjes. Duizenden visjes laten zich meedrijven met de golven, en van op onze catamaran lijkt het op het eerste zicht gewoon op een grote donkere vlek op het water. Er is ook een vissersbootje druk in de weer, hoewel de uitdaging hier ver te zoeken is: je kunt ze gewoon met een schepnetje uit het water plukken. Altijd gewonnen, altijd prijs. Vlak voor we terug aan onze steiger zijn, krijgen we nog maar eens dolfijnen te zien. Ook nu weer komen ze vlak naast onze boot zwemmen. Het lijkt er even op dat ze ons proberen in te halen, maar wanneer ze de race dreigen te verliezen, beslissen ze om te spelen in de golven die onze snelle catamaran creeert. Wij kijken met blinkende oogjes naar de springende dolfijnen, en vonden onze eerste excursie meer dan geslaagd. Vanamiddag hebben we nog een tweede uitstapje gepland: The Maori Experience. Wij gaan zelf peddelen in een traditionele Maori oorlogskano, terwijl we bijleren over hun gewoontes, geloof en levensstijl. Terwijl we onze reddingsvesten aandoen, slaat het weer plots helemaal om. Deze morgen was het prachtig weer, maar nu begint het plotseling te gieten. Niet iedereen is blij met het vooruitzicht om in de regen te gaan kanovaren, en verschillende mensen beslissen om terug te keren naar de boot. Terwijl wij in de gietende regen veiligheidsinstructies krijgen van schaarsgeklede krijgers, staan zij in diezelfde regen te wachten op de eerstvolgende tender naar Aurora. Wij vinden het beter zo: als ze al bang zijn van een beetje regen, dan willen we ze niet in onze oorlogsboot. Nadat we allemaal in de kano gestapt zijn, en geleerd hebben hoe we met onze speciale peddel moeten roeien, is het zo goed als gestopt met regenen. Het peddelen blijkt vermoeiender dan het eruit ziet, en ik ben dan ook blij dat er stiekem een motortje staat op onze traditionele kano. Nu ik niet meer zelf moet roeien, kan ik mij weer volop concentreren op de supermooie omgeving. We trekken voorzichtig het binnenland in en hier liggen de eilandjes veel dichter bij elkaar. Ik blijf me verbazen over de vele groentinten, die er na de regenbui nog feller uitzien dan deze morgen. We varen tot aan de voet van een waterval, en bij het geluid van al dat neerstortende water legt onze stuurman uit hoeveel ontzag Maori’s hebben voor de kracht van de elementen. Hij neemt de tijd om te antwoorden op al onze vragen, en uiteraard staat hij uitgebreid stil bij de vele tattoeages die hen typeren. We hebben twee fantastische uitstappen gedaan in de Bay of Islands, en zijn moe maar gelukkig. We snakken allebei naar droge kleren, maar het lijkt er niet op dat we snel terug op onze kamer zullen zijn. Er staan honderden mensen te wachten op de tenders naar Aurora, en de officieren laten ons weten dat het zeker meer dan een uur zal duren voor er plaats is op een van de bootjes. Blijkbaar zijn twee van de vier tenders vandaag in panne gevallen, waardoor alles een stuk minder vlot verloopt dan gepland. We maken dan maar een wandelingetje, en komen vier van onze tafelgenoten tegen. Met zijn zessen bouwen we een voorzichtig feestje: Bill en Julie hadden met hun laatste Nieuw Zeelandse centen chips gekocht, en Alan en Sue toveren een fles wijn te voorschijn. Uiteindelijk keren we pas met de allerlaatste tender terug naar de Aurora, meer dan anderhalf uur na ons voorziene vertrek richting Australie. De Bay of Islands heeft indruk gemaakt. Mocht het niet zo ver zijn, ik zou al mijn weekends hier komen doorbrengen. |
|||