Wanneer Thomas en ik door Boston wandelen, worden we voortdurend ingehaald. Zelfs wanneer ik het gevoel heb dat we echt aan het doorstappen zijn, worden we steeds weer voorbijgesneld door Amerikanen, die ons vuil bekijken omdat we de minimumsnelheid niet respecteren en het voetpad versperren. In onze eerste dagen viel ons al op dat er zelfs in deze koude heel veel gelopen wordt, maar ook wanneer Bostonians gewoon aan het stappen zijn, lijkt het alsof ze aan het trainen zijn voor de beroemde Boston Marathon in april.
Ik ben erg trots op mezelf, tot ik halverwege mijn traject last krijg van krampen in mijn kuit. Ik weiger zomaar te plooien, en stap koppig verder aan hetzelfde tempo, maar mijn arme kuiten beginnen steeds harder tegen te werken. Wanneer mijn einddoel in zicht is, kan ik plots niet meer verder. Ik vertraag beetje per beetje, tot ik bijna aan het slenteren ben. De drie Amerikanen die ik eerder inhaalde, steken me een voor een opnieuw voorbij met een meewarige blik in de ogen. Ik moet nog veel oefenen. |
|||