Nu we een eigen studio hebben, is het tijd voor de twee volgende uitdagingen op ons lijstje: onze vijf valiezen heelhuids tot in de andere kant van Boston krijgen en de zoektocht naar meubels.
Wij beginnen vol goede moed aan de lange tocht naar ons nieuwe stekje, maar ontdekken al gauw dat luchthavens een stuk valies-vriendelijker zijn dan grootsteden. Tot aan de metrohalte valt alles goed mee, maar daar begint het hindernissenparcours: een trap af, een smalle doorgang en nog een trap. Dan eventjes uitblazen voor we onze zware koffers in de overvolle metro hijsen. Drie sets trappen, twee metroritten en één busrit later zijn we eindelijk in ons nieuwe appartement. Van zodra ik mijn eerste kleren in de kast heb gelegd, voel ik me een stuk meer op mijn gemak in onze lege studio. Daarna gaan we naar de MIT Furniture Exchange, een soort kringloopwinkel die gerund wordt door een van de studentenverenigingen van MIT en waar goedkope meubels worden aangeboden. Er staat heel wat rommel tussen, en enkele stukken die ons interessant lijken werden weggekaapt door een ander koppel, maar uiteindelijk kopen we toch een paar dingen. Onze zwarte stoelen passen absoluut niet bij ons witte nachtkastje of onze houten tafel, en onze felblauwe zetel vloekt met onze rode lakens, maar we hebben meubels. De MIT Furniture Exchange werkt samen met een lokaal verhuisbedrijf voor de levering, maar het is niet eenvoudig om de firma te bereiken. Na vijf telefoontjes, twee berichtjes op het antwoordapparaat en twee mails weten we nog altijd niets meer. Om te vermijden dat de bedrijfsleider mij aanklaagt wegens stalking, besluiten we om te wachten tot hij zelf terugbelt. In afwachting van meer nieuws over onze meubels lezen we iets meer over ons gebouw en de voordelen van on campus housing. Omdat we op de campus wonen, krijg ik ook een MIT ID, en ik blink even trots als Thomas op mijn pasje. Met mijn nieuwe studentenkaart kan ik gebruik maken van de bibliotheek, de fitness, het zwembad en de verschillende campusbusjes.
Daarnaast is er in ons gebouw een kleine fitnessruimte, een lounge met een gigantische tv, een Wii en een eigen bibliotheek. Beneden zijn er verder ook nog wasmachines en droogkasten, en je kunt van op je kamer via de site checken of er machines beschikbaar zijn, en hoe lang het nog duurt voor je wasgoed droog is. In het gebouw naast dat van ons kunnen we gratis films uitlenen, en in het weekend kunnen we voor iets meer dan 3$ naar de cinema een paar gebouwen verder. Voorts ontdekken we dat MIT niet alleen een eigen Police department heeft, maar ook een Fire Department. In de centrale gebouwen van de campus vind je bovendien twee kappers, twee banken, verschillende winkeltjes, en een afdeling van een paar grote ketens (Starbucks, Subway, Dunkin Donuts, Au bon Pain,...). Vrijdagavond krijgen we eindelijk een telefoontje van het verhuisbedrijf, dat ze onze meubels de volgende dag zullen leveren. Zaterdagmorgen verhuizen we opnieuw een deel van onze bagage, en deze keer glimlacht de receptioniste wanneer we zwaarbeladen naar buiten wandelen en “not yet” zeggen. Nadat onze meubels geleverd zijn, keren we voor de laatste keer terug naar de Berkeley Residence om de rest van onze spullen op te halen en de sleutel af te geven. Daarna nestelen we ons voor het eerst in onze nieuwe oude zetel, en we genieten van een filmpje en een peperoni pizza. Van zodra de pizza op is, valt Thomas in slaap in mijn armen en voor het eerst in deze drukke week kom ik helemaal tot rust. |
|||