Na een vermoeiende voormiddag vol stress om onze oude studio, onze nieuwe kamer én mezelve enigszins presentabel te maken, word ik uit mijn zetel gebeld. Mijn ouders zijn net terug van het laatste deel van hun rondreis, en staan me beneden op te wachten. Zoals het echte wereldreizigers betaamt, overdonderen ze mij met boeiende verhalen over de White en Green Mountains, Thousand Islands, Bar Harbor, Ottawa, Montreal, de Niagara Falls en Toronto. Tijdens hun uitgebreide reisverslag kan ik maar één ding denken: verdorie, mijn ouders hebben een serieuze inhaalbeweging gedaan. Het wordt de hoogste tijd dat Thomas en ik ook nog eens op reis gaan. Nadat mijn ouders drie weken lang in de Sheratons, Hiltons en Best Westerns van Noord-Amerika hebben verbleven, spenderen ze hun laatste drie nachten chez les Abeels, waar heel wat minder luxe is. Voor het eerst in weken moeten ze het doen zonder televisie op de kamer, zonder airco en zelfs zonder koffiezet. Daar komt nog bij dat er vanaf nu niemand meer zal zijn om hun bed op te maken of om hun handdoeken op te plooien. Al een geluk dat deze tekortkomingen ruimschoots gecompenseerd worden door het geweldige gezelschap van de heer en vrouw des huizes. Ahum. Voor mijn ouders ten volle kunnen genieten van hun verblijf in Boston, hebben ze nog een belangrijke missie die ze tot een goed einde moeten brengen: de auto moet nog terug tot bij het verhuurbedrijf geraken. Mijn vader heeft hier geen plannetje van afgedrukt omdat hij verwacht had dat ik de stad ondertussen voldoende ken om hem te gidsen, maar jammer genoeg ben ik vooral vertrouwd met de Bostonse metro, en die is niet echt geschikt als je een auto bij hebt. Na een lange rit door Downtown Boston overwinnen we dan toch maar onze trots en vragen we hulp aan een voorbijganger. Missie volbracht. Net wanneer ik dacht dat ik de leukste plekjes van Boston zo onderhand wel allemaal gevonden heb, ontdek ik dankzij het autoverhuurbedrijf een nieuw stukje stad waar het bijzonder aangenaam toeven is. De parkeergarage van Alamo bevindt zich namelijk vlakbij een pas aangelegde groenzone, met als absoluut hoogtepunt een onvoorspelbare fontein. Op deze warme zomerdag loopt de eigenzinnige fontein vol kleine en minder kleine kinderen die hopen op enkele verfrissende druppels. Voor de omstaanders levert het een aangenaam spektakel op, maar voor de instaanders is het vooral frustrerend. Zij die nat willen worden, lijken de felste waterstralen voortdurend te mislopen, en de stoere rakkers die in hun zondagse pak door de fontein slenteren, ervan overtuigd dat het water hen niets kan maken, zijn kleddernat na hun eerste doortocht. Best leuk. We wandelen verder tot aan de haven om te kijken naar de vele plezierbootjes en we komen terecht in een park waar net een concert aan de gang is. We blijven even kijken, maar het duurt niet lang voor we het tijd vinden om een terrasje op te zoeken. We gaan naar het Hard Rock Cafe voor een verfrissend Belgisch pintje, en bellen Thomas met de melding dat hij genoeg gewerkt heeft voor vandaag. Terwijl mijn ouders ons jaloers maken met foto’s en verhalen van hun voorbije rondreis, zakt de zon langzaam maar zeker weg achter de wolkenkrabbers van Boston. Helemaal donker wordt het echter nooit want Faneuil Hall is het hele jaar door verlicht als ware het een gigantische kerstboom. De lange reis van mijn ouders komt ondertussen stilaan tot een einde: over twee dagen keren ze al terug naar België, en dat wil zeggen dat wij nog maar 48 uur hebben om samen te spenderen in Boston. Ik ben er helemaal klaar voor: we moeten nog eens tot aan die andere universiteit in Cambridge (je weet wel, Harvard) en het tweede deel van de Freedom Trail staat ook nog op de agenda. Ik wil mijn ouders nog meesleuren op de Swan Boats en ik wil nog een toertje doen met de Boston Duck Tours. We moeten ook zeker nog door de oude straten van Beacon Hill gaan kuieren, en misschien nog eens naar de top van Hancock of Prudential om mijn mooie stad vanuit de lucht te kunnen bewonderen. Als er nog tijd over is, kunnen we eventueel nog een museum bezoeken of naar het New England Aquarium gaan. Jammer genoeg denken mijn ouders hier een beetje anders over: na drie weken rondreizen zijn ze stilaan voldaan. Terwijl ik enthousiast over de Harvard campus huppel om hen mijn favoriete plekjes te tonen, kijken zij vooral op hun uurwerk, en vragen ze mij wanneer het tijd is voor een terrasje. ‘s Namiddags gun ik hen dan maar een beetje rust. We trekken naar de mooie binnentuin van Prudential, en zoeken een plekje in de schaduw naast de fontein om te genieten van een overheerlijke strawberry lemonade. ’s Avonds gaan we nog maar eens naar de Hatch Shell om het gratis concert mee te pikken. Het is de laatste keer dat we hier met zijn vieren naartoe kunnen komen, dus beslissen we om het in stijl te doen. We nemen twee dekentjes mee –courtesy of British Airways- en verwennen onszelf met een uitgebreide picknick. Vanavond voelen we ons helemaal in onze sas: het is het MIT philharmonic orchestra dat ons trakteert op mooie muziekjes, en voor het eerst sinds we naar de concertenreeks komen, hebben we het gevoel dat we niet uit de toon vallen tussen de Bostonians, die er elke keer opnieuw uit zien alsof ze hier een week komen kamperen. Op de laatste dag van mijn ouders in Boston, sta ik er op dat ze nog het tweede deel van de Freedom Trail afwerken. Terwijl zij Bunker Hill Monument beklimmen, installeer ik me vrolijk op een bankje in de zon om een beetje te telefoneren met Thomas die hard aan het werken is. Voor de rondleiding op de USS Constitution, de oudste zeewaardige oorlogsboot ter wereld, wil ik hen wel vergezellen. Jammer genoeg is hun bezoek bijlange niet zo entertainend als onze eerste rondleiding: de Constitution wordt gerenoveerd en is bedekt met een groot zeil waardoor ze niet kunnen zien hoe mooi het bootje eigenlijk is. Bovendien worden ze gegidst door een rookie die de tekst van de rondleiding nog niet helemaal onder de knie heeft: hij is ontzettend zenuwachtig, en wanneer hij begint te twijfelen, valt er niets meer te maken van zijn gemompel. Bij iedere stop kan ik zijn ingestudeerde tekstje nog aanvullen met leuke weetjes die ik onthouden heb van mijn eerdere bezoekjes aan de boot. Jammer genoeg moet je een echte US Marine zijn voor je die rondleidingen mag geven, en dat heb ik er nu toch niet voor over. Van zodra de wandeling er op zit, beslissen we om opnieuw een uitgebreide siesta te nemen in de tuin van Prudential. Zelfs in de schaduw is het vandaag eigenlijk veel te warm, en voor we vertrekken naar ons laatste avondmaal, neem ik hen nog eens mee naar de Church of Christ scientist voor een portie waterpret. Onder het stralende augustuszonnetje is het plein nog mooier dan anders, en het water heeft er nog nooit zo aanlokkelijk uitgezien. Ik waag me als eerste in de fontein, maar het duurt niet lang voor ik word afgelost door mijn ouders. Daarna trekken we naar de Cheesecake Factory om mijn ouders een laatste portie Amerikaanse decadentie te gunnen. Na een geslaagde maaltijd gaan mijn ouders hun laatste nacht in de VS tegemoet. Vanop de Harvard Bridge werpen ze nog vlug een laatste blik op de lichtjes van Boston, voor ze morgenochtend op het vliegtuig stappen. Ik ben heel blij dat ik hen “ons” Boston heb kunnen tonen, maar ik ben vooral tevreden dat ik hier nog een maand of vijf mag ronddwalen. Tijd genoeg om te onderzoeken of er nóg leuke hoekjes Boston zijn die ik dringend moet ontdekken. |
|||