Amerikanen durven soms al wel eens een beetje tegendraads zijn, bijvoorbeeld wanneer het gaat over kalenders. Om een of andere onverklaarbare reden verkiezen ze hier om altijd eerst de maand te noteren, en dan pas de dag. Dat wil zeggen dat mijn man volgens de omgekeerde Amerikaanse kalender een aprilvisje is. Op 1 april wekken Harriet en ik onze birthday boy dan ook met een geslaagde verjaardagsserenade. Ook voor de weergoden is het vandaag duidelijk 1 april: ze hebben nog geen zin in de lente, en geven Thomas als verjaardagscadeau een lading verse sneeuw. Onze jarige jongen moet jammer genoeg gaan werken deze voormiddag, dus trekken Harriet en ik naar het Museum of Fine Arts. Via de bibliotheek heb ik pasjes waardoor we maar 7 dollar entree betalen in plaats van de gebruikelijke 20, dus dat is nog wel een faire deal. Bovendien is het vandaag toch geen weer om iets anders te doen. In de metro maken ze al maanden reclame voor de nieuwe “arts of the Americas” vleugel in het museum. Thomas en ik waren eerder al in het museum of Fine Arts, Maar dit stuk is dus voor mij ook nieuw, en door alle reclame zijn de verwachtingen hooggespannen. Dat blijkt niet geheel terecht. Zelfs in een museum in de States blijven de indrukwekkendste zalen toch die met Europese kunst. De impressionisten en Vlaamse meesters kunnen ons nog altijd het meeste bekoren. In de Amerika vleugel is er onder andere een tentoonstelling van mode, en een zaal met alleen maar kasten: gigantische muren vol kasten, en zelfs één muur waar ze iedere lade van een saaie houten kast apart etaleren, zodat minder zou opvallen hoe beperkt de collectie Amerikaanse kunst eigenlijk is. We zien verder ook nog een verdwaald trouwkleed, en het saaie interieur van een oude boerderij hier uit de buurt. Doe mij dan toch maar een impressionistisch schilderij van een boom of vijver. Een andere zaal waarin ze proberen te verbergen dat de Amerikaanse Kunst heel beperkt is, is de afdeling moderne kunst. Hier slagen ze er onder andere in om een effen blauw doek tot kunst te bombarderen. In de zaal ernaast wordt een onopvallend bestek geëtaleerd. Moeten we hieruit concluderen dat de Amerikanen eten als een kunst beschouwen? Ze kunnen het in ieder geval beter dan dat ze kunnen schilderen. Ondertussen hebben we zelf ook honger gekregen, en wordt het tijd voor Thomas’ verjaardagslunch. Uiteraard trekken we hiervoor naar de Cheesecake Factory. Op je verjaardag krijg je hier een gratis dessert. Vreemd genoeg is dat geen stuk cheesecake, maar een schamel bolletje ijs. Bovendien moet je in ruil voor dat eenzame bolletje lekkers tolereren dat het volledige personeelsbestand een liedje komt zingen aan je tafel. Het zal dan ook niemand verbazen dat Harriet en ik van Thomas een formeel verbod gekregen hebben om te verraden dat hij op zijn paspoort jarig lijkt. In de Cheesecake Factory hebben we ondertussen een vast ritueel. Van zodra ons eten geserveerd wordt, verdelen we alles eerlijk in twee. De ene helft eten we op, en de andere helft laten we inpakken zodat we morgen nog eens van dat lekkers kunnen genieten. Dat is de enige manier waarop we na ons hoofdgerecht nog genoeg plaats in onze buik overhouden om een stuk cheesecake te delen. Vandaag kiezen we voor een stuk Lemon Raspberry Cheesecake, en het is superlekker. Na het diner mag de jarige kiezen wat hij het liefst wil doen op zijn speciale dag. Van alle interessante activiteiten die Boston aanbiedt, kiest hij ervoor om naar huis te gaan, en World of Warcraft te spelen. Soms heb ik toch een beetje een vreemde man. Op weg naar huis, loop ik uitgebreid te paraderen met mijn kleurrijke zakjes van Cheesecake Factory, terwijl ik loop te mijmeren over het Amerikaanse premiesysteem. Ik wou dat ze hier ook een “13e maand” zouden invoeren, dan zou ik tenminste ook de kans krijgen om mijn Amerikaanse verjaardag te vieren… |
|||