Om 6:30 (jawel, zes uur dertig!) gaat de wekker al af. Na de mislukte poging van gisteren, willen we vandaag zeker op tijd vertrekken om de eerste boot naar Liberty Island te halen. Wij dachten dat die al om half negen vertrok, maar dat blijkt niet te kloppen. De eerste boot is pas om half tien, en dat betekent dat wij een uur te vroeg in de rij staan. Toch staan we hier zeker niet alleen: er staat onder andere een volledige school aan te schuiven, en de jongelui proberen de koude te verjagen door zo luid en zo vals mogelijk te zingen. Zonder succes overigens. Rond 9u gaan de deuren open voor de “airport-like security”. Voor we op de boot mogen, moeten we allemaal door de scanner, maar het securitypersoneel heeft er duidelijk niet echt veel zin in. Nadat we uitgebreid gecontroleerd en bepoteld worden, mogen we eindelijk op de boot. Volgens de informatie in onze New York reisgids moet je aan de rechterkant gaan zitten voor het beste zicht, en onze reisgids krijgt gelijk. We varen mooi langs de skyline, en even later zien we het vrijheidsbeeld opdoemen aan onze rechterkant. Op Liberty Island maken we een korte wandeling rond het standbeeld, waarbij we ongeveer elke 2 meter stoppen voor een foto. We raken simpelweg niet uitgekeken op deze imposante dame. Daarna brengen we een bezoek aan Ellis Island. Dit was vroeger de eerste stop van miljoenen immigranten die naar Amerika kwamen in de hoop op een beter bestaan, en op dit kleine eilandje werd over hun lot beslist. Na een medisch onderzoek van welgeteld 6 seconden, en een hele lading papierwerk, mochten de meesten het land binnen. Anderen moesten op Ellis island blijven voor bijkomend onderzoek, en voor ongeveer 2% van de immigranten eindigde hun Amerikaanse Droom voortijdig met een deportatie naar hun thuisland. Voor mij is het bezoek aan Ellis Island een aangename verrassing. Ik had hier niet zo veel van verwacht, maar ik vind de expo bijzonder interessant. Dit is de plaats paar miljoenen families herenigd werden, of tijdelijk uit elkaar werden gehaald, waar dromen uitkwamen en kapotgeslagen werden. Vroeger kon je gewoon op een boot stappen, en een nieuw leven beginnen in Amerika. Dat is nu wel anders: nu kan je alleen nog Amerikaan worden als je trouwt met een Amerikaan(se), de Green Card Lottery wint, een paar miljoenen op overschot hebt die je wil investeren in de mighty US of A, of als je een uitzonderlijk artiest/model/wetenschapper bent en tot de wereldtop behoort in je vakgebied. Uiteindelijk lopen we toch een paar uur rond in het museum voor we beslissen dat het tijd wordt om de ferry richting Manhattan te nemen. We nemen de metro richting Times Square, en installeren ons helemaal vooraan onze geweldige bommabus voor de tour van Uptown Manhattan. We rijden via Columbus Circle, en Lincoln center, voorbij de plaats waar John Lennon werd neergeschoten, langs Central Park, naar Columbia University en de Riverside Church. We rijden ook door Harlem, wat door onze gids wordt omschreven als “vibrant neighborhood”. Wij zijn stiekem blij dat we hoog in onze veilige bus zitten, want eerlijk gezegd is het niet echt een plaats waar ik alleen zou durven rondlopen. Na de Museum Mile, waar ik vooral het Guggenheim heel mooi vind, laten we de bus voor wat hij is en maken we een wandelingetje door Central Park. We komen het park binnen naast een heel mooie vijver, waar een saxofonist de boel opleukt met een vrolijk muziekje. Hier zou ik een hele dag kunnen blijven, maar daar hebben we helaas geen tijd voor. Bij het buitenwandelen van het park krijgen we een gratis flesje koude thee met mango- en papayasmaak. Ik heb het even moeilijk om mijn angst voor het onbekende te overwinnen, maar moet bekennen dat het heerlijk smaakt. Aan de rand van het park staat het vol koetsen, en we kijken geamuseerd toe hoe gemene duiven het eten schaamteloos uit de voederbakken van de paarden stelen, zonder zich iets aan te trekken van het feit dat de paarden stuk voor stuk groter en sterker zijn. Tijdens onze laatste uurtjes in New York wandelen we nog een aantal mooie torens in. Het Plaza Hotel blijkt een stuk sjieker dan ons tweesterrenhotelletje in Queens, maar als je kamers vanaf 700 USD per nacht aanbiedt, mag dat ook wel. De Trump Tower is ook best de moeite, maar de bijhorende “public gardens” zijn toch een teleurstelling. Voor we de terugreis naar Boston aanvatten, hebben we nog een missie: Harriet is nog op zoek naar een typisch souvenir. Ze had gehoopt iets te vinden in 5th Avenue, dat overal beschreven wordt als de winkelstraat bij uitstek. Jammer genoeg gaat dat enkel op voor mensen die op zoek zijn naar kleren en graag de limieten van hun Visakaart opzoeken. We wandelen onder meer langs Gucci, Prada, Cartier en Versace, en het wordt ons duidelijk dat we hier geen goedkope vrijheidsbeeldjes gaan vinden. Net voor het tijd is om New York achter ons te laten, vinden we gelukkig een geschikt toeristenwinkeltje op 7th Avenue waar Harriet haar slag kan slaan. Ons weekendje in New York was heel koud, maar we hebben drie dagen kunnen genieten van een zo goed als wolkeloze hemel. We hebben weer heel wat nieuwe delen van de stad ontdekt, en voor het eerst vind ik het bijna jammer dat onze tijd in de Big Apple er alweer op zit. Bij het buitenrijden van de stad, komen we vast te zitten in het drukke avondverkeer, waardoor ik nog ongeveer een uur kan nagenieten van de tweedemooiste skyline ter wereld. Toegegeven, ik ben misschien een beetje bevoordoordeeld als het gaat over Boston. |
|||