Zondag begint als een exacte kopie van gisteren. We moeten vroeg opstaan om op tijd op de boot te zijn, en we kopen opnieuw donutgaatjes als ontbijt. Het enige verschil is dat ik er deze keer een niet-zo-smakelijk aperitiefhapje bij krijg: mijn pil tegen zeeziekte. Het weer is vandaag nog beter dan gisteren: er is geen wolkje te bespeuren. Op het achterdek van de boot, als we uit de wind gaan zitten met de zon op ons gezicht en onze winterjassen aan, is het zelfs bijzonder aangenaam. Voor ik het weet zijn we opnieuw aan Stellwagen Bank, de voederplaats waar de walvissen iedere lente samentroepen. Vandaag hebben we iets meer geluk dan gisteren. Het duurt niet lang voor we een glimp opvangen van een dolfijn die vrolijk in de golven springt. Jammer genoeg heeft Harriet, de grootste dolfijnenliefhebber in het gezelschap hem net gemist. Even later krijgen we ook nog een walvis te zien. In eerste instantie zien we enkel een spuitgat. Aangezien die beesten snel kunnen zwemmen en soms tot 20 minuten onder water kunnen blijven, wachten we daarna met zijn allen gespannen af om te zien aan welke kant van de boot hij eindelijk boven zal komen. Gelukkig staan we aan de goede kant, en zien we hoe een gigantische bultrug naar adem hapt om even later elegant naar beneden te duiken terwijl hij wappert met zijn staart. Net op tijd, want we moeten alweer terugvaren richting Boston. Wanneer de catamaran weer op snelheid is, is het op de buitendekken niet meer uit te houden van de wind. Binnen krijgt iedereen de kans om vragen te stellen over de dolfijn en de bultrug die we gezien hebben. Een biologe van het Whale Center of New England doet haar best om iedereen te woord te staan, en ze laat haar foto’s zien van de “vangst” van vandaag. Een kleine jongen die in slaap gevallen was tijdens het varen, huilt bittere tranen als hij ziet wat hij precies gemist heeft. Wij zijn blij dat we vandaag meer geluk hadden dan gisteren, en krijgen geweldig nieuws bij het binnenvaren van Boston. Boston Harbor Cruises garandeert dat je “walvissen” te zien krijgt tijdens hun boottochtjes. Dolfijnen tellen niet mee, en “eentje is geeneentje”, dus krijgen we ook nu weer een gratis ticket om nog een derde keer mee te mogen op walvissenjacht. Jammer genoeg is de eerstvolgende afvaart pas volgend weekend, en dan is Harriet al terug in België, maar Thomas en ik gaan later deze zomer zeker nog eens meevaren. Boston Harbor Cruises scoort goede punten bij ons. Het is heel sympathiek van hen dat we voor de prijs van 1 ticketje (met seniorenkorting!) drie keer mogen meevaren. De rest van de namiddag willen we nog eens een nieuw stukje van Boston ontdekken: Pleasure Bay en Fort Independence. Thomas en ik zijn hier nog nooit geweest, en het staat niet op ons plannetje van Boston, maar het klinkt mooi en we zijn in een avontuurlijke bui. We nemen de metro naar JFK UMass, en van daaruit blijkt het niet moeilijk om Pleasure Bay te vinden. Het is een gezellige baai met een heel mooi zandstrand en een aangelegd pad voor fietsers, rollerbladers en wandelaars. Op een warme zomerdag moet het hier zalig zijn, maar ook op deze winderige lentedag is het al genieten. Via een lange pier bereiken we Castle Island –dat stiekem helemaal geen eiland is- met daarop Fort Independence. Ondertussen is het bijna 16u, en ik begin lastig te worden. Ik werd vanmorgen om 8u uit mijn bed gezet en heb sinds ons bescheiden ontbijt niets meer gegeten. Bovendien hebben we er geen idee van waar wij zijn of waar de dichtstbijzijnde metro is. We beginnen dan maar op goed geluk te wandelen door Dorchester, de gevaarlijkste wijk van Boston. Gelukkig blijkt al gauw dat ze hier niet bepaald veel inspiratie hadden bij het bepalen van de straatnamen. We kruisen onder andere “P Street”, “O Street” en “N Street”, en zien dan dat ons kaartje van Boston begint aan “E Street”, en dat er anderhalve kilometer verder een metrostation is. Dat wil zeggen dat we nog een lange wandeling voor de boeg hebben, maar dat we tenminste zeker zijn dat we er zullen geraken. Volgens Google Maps hebben we uiteindelijk net geen 10 km gewandeld, waarvan ongeveer de helft door een verlaten industriezone. We hebben een mooie baai gezien, en een waardevolle les geleerd. De volgende keer moeten we onze tripjes misschien toch iets beter onderzoeken… |
|||