Om mijn blog spannend en afwisselend te houden, ga ik het vandaag eens hebben over het weer. Ja, nog maar eens. Het weer is hier nu eenmaal een essentieel onderdeel van ons dagelijkse leven. Elke dag voor we de deur uitgaan, kijken we naar de weersvoorspellingen om te weten wat we kunnen verwachten. Temperaturen van -30 kunnen de dagplanning al wel eens in de war sturen, en ook een sneeuwstorm is iets waar je beter op voorbereid bent. De voorbije twee dagen werden zo goed als alle Amerikaanse staten getroffen door een “mammoth storm”. Zelfs in Texas heeft het gesneeuwd. Hier in Boston kwam de storm in verschillende fases: gisteren heeft het bijna de hele dag gesneeuwd, vannacht was het tijdelijk over, en vandaag hebben we een “ice mix” te verwerken gekregen. Dat wil zeggen dat het afwisselend regende, hagelde, en sneeuwde. Deze morgen leek het leuker in mijn bed dat buiten, dus heb ik Thomas alleen naar zijn werk gestuurd. Er was op dat moment aanvriezende regen, dus toen hij op zijn werk aankwam was de regen veranderd in een laagje ijs op zijn jas. Omdat ik mij toch niet helemaal wilde laten kennen, had ik beloofd aan Thomas dat ik me ’s middags wel naar buiten zou wagen voor onze lunchdate. Een beetje sneeuw ben ik ondertussen goed gewoon en daar heb ik niet echt problemen mee, maar de ijsmix van vandaag is een ander paar mouwen. Van zodra ik twee stappen heb gezet, besef ik dat het een lange wandeling naar de metro zal worden. Het voetpad is zo glad, dat de veiligste manier om vooruit te komen erin bestaat om over het ijs te glijden zonder mijn voeten op te heffen. Op het voetpad lukt dat vlotjes. Oversteken is echter onmogelijk. Tussen de vrijgemaakte strook op het voetpad en de straat liggen overal de enorme bergen sneeuw waar je volledige fietsen in kunt verstoppen. Gelukkig worden er aan zebrapaden en kruispunten doorgangen vrijgemaakt voor voetgangers. Dat is een vrij goed systeem… tot het regent. De afvoerputtekes liggen allemaal verstopt onder gigantische bergen sneeuw, en dat wil zeggen dat het water nergens naartoe kan. Het blijft dus vrolijk liggen waar er meest plaats is: bij de voetgangersdoorgangen om over te steken. Gevolg: momenteel ligt de stad vol plassen die op sommige plaatsen bijna een halve meter diep zijn. Mijn gebruikelijke route naar de metro loopt via de Harvard Yard, maar die is helaas niet bereikbaar vandaag, tenzij je over zwemkledij beschikt. Dus wordt het improviseren. De enige weg rond de meren, is over de hoge sneeuwtorens. Ik strompel over de bergen, maar heb hier totaal geen talent voor. Ik maak een paar keer rechtsomkeer op zoek naar een andere route omdat ik me geen doen zie aan het meer of de berg op mijn pad. Ik wandel hele stukken op de drukke straat, omdat ik nergens zie hoe ik zonder ongelukken terug op het voetpad kan geraken. Mijn lieve bottinekes doen wat ze kunnen om mij te beschermen, maar laten we eerlijk zijn, schoenen die een centimeter of 15 hoog zijn, zijn niet bestand tegen plassen die meer dan dubbel zo diep zijn. Uiteindelijk, na heel wat gevloek, gestrompel en gesukkel, ben ik aan het metrostation. Ik bel Thomas triomfantelijk op om hem het heuglijke nieuws te melden. Jammer genoeg ben ik er nog niet helemaal: de metro brengt mij tot aan Kendall, en daar moet ik nog 1 keer de straat oversteken. Ik sta minutenlang te kijken naar de enorme plas die mij van onze lunchspot scheidt, en het lijkt een onoverkomelijke hindernis. Ik bestudeer hoe mijn medemensen deze klus klaren, maar ofwel zijn hun benen een stuk langer dan die van mij waardoor ze vlotjes de berg over geraken, ofwel hoor ik hen halverwege krijsen omdat hun schoenen vol ijswater zitten. Terwijl ik de mogelijkheden afweeg, word ik bijna omvergelopen door een zelfingenomen werkmens die boven zijn sjieke kostuum kniehoge rubberen laarzen aanheeft. Nadat hij met succes dwars door het meer voor mij gebeend is, werpt hij mij een laatdunkende blik toe. Die blik was exact de aanmoediging die ik nodig had om de berg op te klauteren. 10 seconden later sta ik aan de overkant. Droog, trots, en met een doel voor ogen: in de Coop vlak naast de food court verkopen ze rubberen laarzen. Na een gezellige lunch met mijn man, breng ik hem terug naar zijn werk. Met zijn lange benen en zijn bulldozermentaliteit, kan hij de sneeuwbergen zonder problemen de baas, terwijl ik in mijn splinternieuwe botten vrolijk dwars door de plassen kan stampen zonder natte voetjes te krijgen. Nadat ik Thomas aan zijn voordeur heb afgezet, keer ik terug naar de metro. Terwijl ik met mijn kniehoge rubberen laarzen kordaat het meer instap, zie ik aan de overkant een jongedame die haar opties aan het afwegen is. Ik schenk haar een warme, meelevende glimlach, en ze bliksemt me bijna neer met haar ogen. Waarschijnlijk heeft ze in mijn goedbedoelde glimlach een arrogante grijns gezien. Een paar tellen later is ze de sneeuwberg over, en is ze de Coop binnengewandeld. Ongetwijfeld op zoek naar kniehoge, rubberen laarzen. |
|||
very fashionable
en intussen ben je ook volledig mee. In Oslo liepen ze in september vorig jaar al allemaal rond met laarzen, en we weten allemaal dat ze daar ietsje voor zijn op de rest van de wereld wat mode betreft. Dus je bent volledig mee nu!
In 2009
In 2009 liepen ze hier ook al met rubberen botten rond. Vooral Hunters zijn hier in trek. Ik vond het de belachelijkste modetrend ooit.
Maar ik ben dus geplooid...