De twee gezichten van Kuala Lumpur

Over Kuala Lumpur wist ik op voorhand niet zo veel. Ik had foto’s gezien van een paar mooie wolkenkrabbers, en verder vond ik de naam “Kuala Lumpur” veelbelovend. Een stad waarvan het eerste deel een beetje klinkt als een knuffelbaar Australisch beertje kan niet verkeerd zijn, toch? De shuttle dropt ons aan de fancy wolkenkrabbers die ik gezien had op de foto’s, en we zijn onder de indruk. De Petronas Towers zijn twee identieke torens die met elkaar verbonden zijn door een brug op de 42e verdieping. Tot een paar jaar geleden was dit het hoogste gebouw ter wereld. Een mooi begin van onze dag.

De Petronas TowersDe Petronas TowersWe nemen de metro naar het oude gedeelte van de stad, waar we op zoek willen naar het mooie treinstation. Dit stukje stad voelt onmiddellijk een stuk minder glamoureus. Vanuit het bovengrondse metrostation zien we de torentjes van het witte Victoriaanse gebouw, maar we zien niet hoe we er kunnen geraken. De voetgangersbrug is duidelijk al een paar jaar niet meer operationeel, en mist een paar essentiele onderdelen. Er zit niets anders op dan te voet de drukke straat over te steken.

Het wordt ons al snel duidelijk dat Kuala Lumpur niet echt geschikt is voor voetgangers. Op de meeste plaatsen zijn voetpaden, maar ze zijn niet gebruiksvriendelijk. Sommige stukken zijn niet meer toegankelijk door laaghangende bomen, op andere plekken staan er overal paaltjes in de weg, en nergens zijn zebrapaden voorzien. Grom.

Nationaal MonumentNationaal MonumentAls we dan uiteindelijk in het station zijn aangekomen, wacht ons een nieuw avontuur. Het gebouw lijkt helemaal verlaten: de toiletten zijn afgesloten met verroeste hangsloten, de stationswinkeltjes zijn aan het verkrotten, en van de ondergrondse doorgang naar de hoofdingang vrezen we ook dat hij het ieder moment kan begeven. Toch zitten er verschillende mensen op de platforms te wachten op hun trein. Het voelt een beetje surreeel, en we snappen volledig waarom de P&O excursies enkel een foto-stop maken aan de voorkant van het gebouw, zonder binnen te gaan.

BloemetjesBloemetjesLangs de Nationale Moskee wandelen we naar de Botanische tuin. We nemen een zij-ingang, en ook nu weer voelen we ons niet helemaal op ons gemak. Het brede betonnen wandelpad zit vol putten, en het lijkt jaren geleden dat iemand hier het onkruid gewied heeft. Het dierenpark waar we langslopen zou volgens de geafficheerde openingstijden al een paar uur open moeten zijn, maar dat is niet het geval. We zien nergens andere toeristen, en krijgen het vreemde gevoel dat we ergens een verboden militair domein zijn binnengeglipt.

We keren dan maar op onze stappen terug, en gaan het park opnieuw binnen langs de Orchideeentuin. Gelukkig zijn hier al wat meer toeristen, en de bloemetjes zijn best mooi. We stappen helemaal tot aan het Nationale Monument, en daarna tot aan Merdeka Square. Daar zien we de grootste vlaggenmast ter wereld, en een paar hele mooie gebouwen.

Merdeka SquareMerdeka SquareHet wordt stilaan tijd om terug te keren naar de Petronas Towers, en we nemen volop foto’s van deze twee mooie torens. Aan de voet van de torens is een gigantisch winkelcentrum met zes verdiepingen shop-plezier. We hebben nog een uurtje voor de shuttle ons terug naar de boot brengt, en met mijn Koala-blik kan ik Thomas overtuigen om te gaan winkelen. Het is mijn eerste winkelervaring in Azie, en het is best interessant. In de tweede winkel vraagt Thomas wat ik in de kinderafdeling loop te doen, maar de kleren voor volwassenen zijn hier gewoon opvallend klein. Een plaatselijke Extra-Large ziet eruit als een Europese small, en zelfs voor mij zijn de lange broeken hier te kort. We laten de klerenwinkels dan maar voor wat ze zijn, en gaan in de supermarkt snoepjes kopen voor tijdens de lange rit terug naar de boot.

Kuala Lumpur is voor mij toch een stad met twee gezichten: het moderne centrum is geweldig, en de Petronas Towers zijn zeker en vast de moeite, maar in het oude centrum waanden we ons af en toe in een spookstad.