Verhuisperikelen

Na zes maanden in onze leuke studio op de campus, worden we hier buitengesmeten. Omdat Thomas “maar” een uitwisselingsstudent is, en omdat we niet het volledige schooljaar 2009-2010 aan MIT blijven, moeten we halverwege augustus plaats ruimen voor een lading verse studenten. We zullen ons kamertje hier missen: het mooie zicht op de Charles en de grote zonsondergang-show, onze dagelijkse wandeling naar Thomas’ werk met zicht op de skyline, en het veilige gevoel van de Campus bubble. We hebben hier mooie maanden beleefd, en het is dan ook met pijn in het hart dat we aan de zoektocht naar een nieuwe thuis beginnen.

Onze nieuwe voordeurOnze nieuwe voordeurWe leren al gauw dat we in de echte wereld nooit iets zullen vinden voor dezelfde prijs dat even comfortabel en gunstig gelegen is. Uiteindelijk settelen we voor een kamertje in een huis vol MIT Grad Students. Onze nieuwe woonplaats ligt nog dichter bij Thomas’ werk, en is zelfs minder duur dan onze studio. Bovendien is er airco, wat een gigantisch voordeel is tijdens de hete zomermaanden in Boston.

De keerzijde van de medaille is dat we heel wat aan privacy moeten inboeten: onze badkamer moeten we delen met een man of vijf, en er zijn slechts twee keukens voor 26 kamers. Bovendien hebben wij een kamer op het vijfde verdiep in een gebouw zonder lift. Maar goed, onze conditie kan er maar wel bij varen, en telkens ik de 72 trappen beklim denk ik aan hoe gespierd mijn kont zal zijn over enkele maanden.

Op 1 augustus, onze voorziene verhuisdatum, trekken we naar ons nieuwe kamertje waar ons een erg onaangename verrassing wacht: de vorige eigenaar ligt nog vrolijk te knorren in zijn bed, en de huisbaas is niet te bereiken. Onze voorganger belooft dat hij tegen 17u verdwenen zal zijn, dus Thomas en ik keren ’s avonds hoopvol terug. De jongeman in kwestie is inderdaad verdwenen, maar heeft zo veel rommel achtergelaten dat er amper plaats is voor ons in de kamer. We tellen een drietal bedden, twee bureaus, een kast of vijf en een gigantische televisie die niet werkt. Als klap op de vuurpijl vinden we ook nog een dode eekhoorn op het terras.

Ons terras. Mét eekhoorn.Ons terras. Mét eekhoorn.Toen Thomas en ik in het huwelijksbootje stapten, vertelde een collega van bij Thomas Cook mij dat ze wist dat het menens was tussen haar en haar man toen hij zei “Met jou wil ik zelfs op een mesthoop wonen”. Zonder aarzelen heb ik toen geantwoord dat ik ook liever mét Thomas op een stort zou wonen, dan zonder hem in een luxepenthouse, maar ik had nooit gedacht dat ik die bewering ooit echt zou moeten waarmaken.

Ik voel de razernij in mij opborrelen, maar die moet eerst plaatsmaken voor een grote niesbui. In de kamer ligt een vast tapijt dat waarschijnlijk in geen jaren gestofzuigd is, en mijn huisstofmijtallergie laat merken dat ze dat niet zo plezant vindt. Ik bel nog maar eens naar de huismanager, vast van plan om hem de huid vol te schelden, en hem door de telefoon te trekken als hij niet onmiddellijk een erg goede verklaring kan geven en belooft om alles vandaag nog in orde te brengen. Ik krijg weer niemand aan de lijn. Thomas en ik zijn allebei zo kwaad dat we nergens anders aan kunnen denken, en voor de zekerheid beginnen we al aan de zoektocht naar een ander appartement.

Net wanneer we de hoop helemaal hebben opgegeven, krijgen we een mail van de huisbaas Roberto: hij zat in het buitenland, en had zijn terugvlucht gemist, waardoor hij er niet bij kon zijn op de dag van onze verhuis. Hij belooft om de kamer diezelfde avond nog helemaal leeg te halen, en alles op te ruimen, tot en met de dode eekhoorn toe.

Onze slaapkamer na de kuisbeurtOnze slaapkamer na de kuisbeurtDe volgende morgen komen we inderdaad toe in een lege kamer: alle meubels zijn verdwenen, en nu zien we pas écht hoe smerig het tapijt is. Ik begin verwoed te stofzuigen, terwijl Thomas de rest van het kot met desinfecterende doekjes onder handen neemt.

Na zes uur hard labeur hebben we eindelijk een propere kamer waarin we onszelf zien wonen. We maken kennis met onze buurvrouw, een erg vriendelijk (en proper! Hiep Hoi!) meisje, en proberen om alles positief te bekijken.

Ik heb altijd al eens echt op kot willen zitten, en nu krijg ik die kans. Ik weet dat ik mij zal ergeren als ik moet wachten tot onze buurvrouw eindelijk uit de badkamer is, of wanneer iemand de keuken niet proper heeft achtergelaten, maar zo lang ik iedere avond bij Thomas in bed mag kruipen, weet ik dat ik eigenlijk niets te klagen heb.