Dag 8: Indiaantje spelen in Mesa Verde NP

’s Morgens vroeg bereiden Thomas en ik ons vertrek uit Moab voor. Wanneer we met onze valiezen de lift in stappen, krijgen we van een Amerikaan in plaats van de standaard “goedemorgen” de volgende begroeting: “Oke, ik heb jullie betrapt. Geef het maar toe, jullie zijn Europeanen”. Thomas en ik kijken eens naar elkaar, en kijken daarna met vragende ogen naar onze liftgenoot. Hij wijst naar Thomas: “You’re wearing black socks, man. Americans never wear black socks, only Europeans do”. Nooit geweten dat een sok zoveel over je afkomst kan verraden…

Boog op weg naar CortezBoog op weg naar CortezVandaag rijden we van Moab naar Cortez, en ik heb als navigator erg gemakkelijk. We volgen de straat van ons hotel voor de eerste 90 km, en slaan dan links af. Na 99,3 km op deze tweede weg, ligt onze bestemming aan de linkerkant. Met andere woorden: op een traject van bijna 200 km, moeten we letterlijk 1 keer afslaan. Autorijden in de VS blijft toch iets aparts.

Woestijn?Woestijn?Bij het buitenrijden van Moab zien we nog een mooie natuurlijke boog, en daarna rijden we weer urenlang door het grote niets. De besneeuwde toppen die vanuit Moab in de verte konden zien liggen, komen steeds dichterbij, en als we een uurtje onderweg zijn, belanden we weer in een winters sneeuwlandschap. Thomas zegt laconiek “Ik had mij de woestijn toch anders voorgesteld”, en dat is genoeg om ons allebei de slappe lach te bezorgen. We hadden inderdaad niet verwacht dat we begin mei nog zoveel sneeuw zouden zien.

Cliff dwellingsCliff dwellingsIn Cortez gaan we ons eerst gaan herbevoorraden in de plaatselijke Walmart, voor we naar Mesa Verde National Park trekken. Ons zesde National Park is de vreemde eend in de bijt: dit is het enige park dat niet in het teken staat van natuurschoon. Hier draait het namelijk rond de cultuur van de Indianen die hier leefden tot rond het einde van de 13e eeuw. De belangrijkste trekpleisters van het park zijn de rotswoningen, en ook hier weer moeten we ons inschrijven voor begeleide wandelingen met een ranger om de mooiste huizen te zien.

Trap naar Balcony HouseTrap naar Balcony HouseVan aan de ingang van het park is het nog bijna 30 km voor we aan het visitor center zijn, en het is een lastige rit vol haarspeldbochten en steile hellingen. We zijn bijna aan het visitor center wanneer het weer begint te sneeuwen. De zichtbaarheid is verschrikkelijk, en met de ijskoude wind is het zeker niet het ideale weer voor verre wandelingen, maar we hopen op beterschap en kopen toch kaartjes voor een bezoek aan balcony house en cliff palace.

We hebben nog maar eens geluk: op het moment dat we verwacht worden aan balcony house voor onze eerste wandeling, is het gestopt met sneeuwen. Het blijft wel buitengewoon koud voor de tijd van het jaar, en ik voel aan het gebrek aan zuurstof in de lucht dat we weer een stuk hoger in de bergen zitten. De ranger die ons vandaag begeleidt, is duidelijk erg blij met haar job en praat gepassioneerd over het leven van de indianen in deze rotswoningen, en de verschillende mysteries rond hun rituelen en hun vertrek uit dit gebied.

Balcony HouseBalcony HouseBalcony house wordt gepromoot als de meest avontuurlijke tocht, omdat je een paar keer op een hoge ladder moet klauteren en bij het buitengaan op handen en knieën door een tunnel moet kruipen. Ter plaatse vinden Thomas en ik het allemaal wel meevallen, maar daar is niet iedereen het mee eens. In de kruiptunnel stelt mijn voorganger plots vast dat de omtrek van zijn bierton groter is dan het gat waar we door moeten. Hij spartelt wanhopig met zijn voetjes, maar het lijkt er op dat hij helemaal vast zit. Ik vind het best een grappige situatie, maar ben blij dat de man na een beetje duw- en trekwerk dan toch bevrijd kan worden, zodat ik ook terug naar boven geraak.

Cliff PalaceCliff PalaceDe tweede tour brengt ons naar Cliff Palace, de grootste rotswoning in het park. We hebben het geluk dat er maar 8 mensen meegaan op onze wandeling. Daardoor krijgen we meer uitleg, en hebben we toch nog voldoende tijd om uitgebreid foto’s te nemen en de omgeving te verkennen.

Na de begeleide wandelingen trekken we nog op eigen houtje naar Spruce Tree House, de best bewaarde rotswoning. Daar krijgen we ook de mogelijkheid om in een van de ceremoniële putten (kiva’s) te kruipen. Terwijl de rangers trots vertellen over de geavanceerde sterrenkennis van de eerste bewoners van deze regio, kunnen Thomas en ik het niet laten om de vergelijking met Europa te maken. In de 13e eeuw waren de indianen in Cortez net geëvolueerd van jagers-verzamelaars naar boeren, terwijl de Grieken en de Romeinen in Europa eeuwen eerder al de Acropolis en het Forum Romanum vol gezet hadden met veel vernuftigere bouwsels.

Spruce Tree HouseSpruce Tree HouseWe rijden verder door het park, en bezoeken nog een aantal kleinere rotswoningen, maar eigenlijk kan het ons niet meer echt boeien. We hebben de grootste, de avontuurlijkste en de best bewaarde woning bezocht, dus daarna is al de rest alleen maar een teleurstelling. Bovendien hebben we na een weekje rondreizen allebei eens nood aan een rustige avond. We beslissen dan ook maar om iets vroeger dan gepland ons hotelletje te gaan opzoeken, zodat het eens geen race tegen de zonsondergang is.

Op de lange terugweg naar de ingang van het park, ben ik verbaasd over de mooie omgeving. Nu het niet meer sneeuwt, kunnen we heel ver kijken. Het groene Colorado is heel anders dan het rotsachtige landschap van Utah, maar het heeft zeker ook zijn charmes. Halverwege onze afdaling, is het nog even schrikken. Over de weg wandelt een prairiewolf, die duidelijk niet blij is dat we zijn territorium binnendringen. Na wilde koeien en paarden hebben we eindelijk ons eerste wild beest gezien. Booyah!