De eerste werkdag

Vandaag is het Thomas’ eerste werkdag, en dus ook de eerste dag die ik alleen moet zien door te brengen. ’s Morgens zijn we van plan om samen naar the Broad Institute te stappen, maar wanneer we buiten komen komt de tech shuttle net aangereden, dus kiezen we ervoor om lekker lui de bus te nemen. Hierdoor arriveren we een kwartiertje vroeger dan gepland aan zijn nieuwe werkplaats, en we beslissen om samen nog een koffie te gaan drinken.

KoffieKoffieJawel, jullie lezen het goed: koffie. Ik heb voor mezelf beslist dat het tijd wordt dat ik me over mijn koffie-aversie heen zet, en ik wil de confrontatie met dit vieze grotemensendrankje aangaan. Het begint een beetje schaamtelijk te worden om altijd een warme chocomelk te bestellen, en aangezien zowat alle locals hier voortdurend aan hun kartonnen bekertje koffie lopen te slurpen, maak ik mezelf wijs dat het leren drinken van koffie deel uitmaakt van het integratieproces.

We beginnen voorzichtig met een Latte, en Thomas belooft mij dat hij hem zal uitdrinken als ik het echt niet lust. Bij de eerste slok die ik neem, slaag ik er in om mijn tong en mijn gehemelte zo te verbranden dat ik daarna niet meer proef wat ik aan het binnengieten ben. Een duidelijke vooruitgang: deze keer begin ik alvast niet te walgen van de scherpe smaak van koffie.

Halverwege het drankje, is het tijd voor Thomas om te vertrekken naar de orientation. Ik drop mijn Broadie aan de deur van zijn gebouw, en begin aan de wandeling naar huis met de rest van de koffie. Met mijn bekertje in de hand zie ik er duidelijk uit als een échte local, want onderweg word ik verschillende keren aangesproken door mensen die de weg vragen.
Jammer genoeg kan ik niemand helpen, dus voel ik me op slag een stuk minder interessant.

Het is ontzettend koud buiten, en na vijf minuutjes wandelen heb ik het gevoel dat mijn jeansbroek aan het vastvriezen is aan mijn benen. Ik ben bijna thuis wanneer ik plots het gevoel heb dat ik geen voet meer kan verzetten: de wind wordt steeds kouder en snijdt in mijn gezicht. Ik verschuil me achter een muurtje om even te bekomen, ik nip van mijn warme koffie, en verzamel al mijn moed om mijn wandeling verder te zetten. Een paar minuutjes later wandel ik ons gebouw binnen, en voor het eerst ben ik blij dat de verwarming hier standaard is ingesteld op 28°. Winters in Boston zijn duidelijk niet te onderschatten, en ik maak een mental note om vanaf nu altijd mijn muts en handschoenen mee te nemen.

Hier heeft Thomas sinds kort een bureautjeHier heeft Thomas sinds kort een bureautjeDe rest van de dag blijf ik zo veel mogelijk binnen om vanuit mijn zachte zetel in onze warme studio toe te kijken hoe andere mensen zich een weg banen door de vrieskou. ’s Namiddags skype ik voor het eerst met mijn ouders. Ik geef hen via mijn webcam een rondleiding door onze studio, en ik vertel over de avonturen van onze eerste dagen. Vreemd genoeg is het nu pas, nu ik hen op een schermpje zie op mijn computer, dat ik besef dat ik aan de andere kant van de wereld zit.

Iets na 6u laat Thomas weten dat hij klaar is met werken. Ik wandel hem tegemoet (mét muts en handschoenen deze keer), en hij vertelt honderduit over zijn eerste werkdag. Hij deelt een bureautje met twee andere Broadies: de ene heeft een halve baard (hij scheert maar één helft van zijn gezicht) en de andere heeft last van winderigheid. Toch is Thomas waanzinnig enthousiast: hij mag op zowat alle muren en ramen in het gebouw schrijven, en zijn bureaustoel heeft allerlei coole features.

Hij is zo mogelijk nóg enthousiaster over het IT departement van the Broad. De verantwoordelijke van IT maakt duidelijk aan Thomas dat zij er zijn om hem te helpen, maar dat het eigenlijk de bedoeling is dat hij niet merkt dat ze er zijn. Jammer genoeg moeten ze hem onmiddellijk teleurstellen wanneer hij zijn computer bestelt: hij had een 17” scherm gevraagd, en dat hebben ze niet meer. “Is het goed als je twee 19” schermen krijgt in de plaats?”.

Terwijl Thomas met blinkende oogjes aan het vertellen is, vraag ik me af waar ik in godsnaam mee begonnen ben. Ik krijg die jongen hier waarschijnlijk nooit meer weg.