Avonturen van een vrijwilligster in spe

We zijn ondertussen een goede maand in Boston en nu we volledig geïnstalleerd zijn, wordt het tijd dat ik eens van mijn luie kont kom om iets nuttigs te doen. Aangezien ik (nog) geen Amerikaanse werkvergunning heb, heb ik beslist om me onder te dompelen in de wereld van het vrijwilligerswerk. Eind vorige week ben ik begonnen aan mijn zoektocht naar een interessante organisatie die mij kan gebruiken, maar dit blijkt minder vanzelfsprekend dan verwacht.

Na mijn onaangename ontmoeting in de metro met een zwerver die in zijn broek gedaan had, heb ik niet bepaald zin om me te engageren voor de daklozen, en ook tussen druggebruikers of delinquenten zou ik me niet echt op mijn gemak voelen. Terminale patiënten bezoeken in ziekenhuizen bezoeken lijkt me emotioneel veel te zwaar, en ik ben te allergisch om als dierenvriend aan de slag te gaan.

Gelukkig vind ik ook enkele organisaties die mij wel interesseren: ik sta open voor alles wat neigt naar onderwijs, journalistiek of communicatie. Jammer genoeg blijkt al snel dat de organisaties zo mogelijk nog kieskeuriger zijn dan ikzelf. Na anderhalve week, heb ik nog altijd geen antwoord ontvangen op mijn sollicitatie bij “Boston Partners in Education”, en voor sommige andere organisaties kan ik mij niet eens registreren op de site omdat ik geen Amerikaans Social Security Number heb. Als ik de lokale jeugd wil helpen bij het opzetten van een krantje, moet ik de rest van het team eerst overtuigen van mijn schrijverskwaliteiten met een essay van maar liefst vijf pagina’s, en de redactie van de MIT-krant heeft nog altijd niet gereageerd op het mailtje waarin ik gratis mijn diensten aanbied.

Net wanneer ik denk dat er in heel Boston niemand is die een allochtone, Nederlandstalige Germaniste wil uitbuiten, krijg ik antwoord van de “Cambridge School Volunteers” (CSV). Ze kunnen altijd mensen gebruiken die bijles willen geven aan leerlingen in het lager en het middelbaar, en ze klinken zowaar enthousiast over mijn aanvraag. Ze nodigen mij onmiddellijk uit op een bijeenkomst de volgende dag om kennis te maken met de organisatie en enkele andere lesgevers.

In deze school ga ik straks (misschien) aan de slagIn deze school ga ik straks (misschien) aan de slagOm halfzes word ik verwacht in de Cambridge Rindge and Latin School, een gigantische middelbare school met een unieke ligging die motiverend werkt voor alle studenten: vlak naast Harvard. Ik ben veel te vroeg, en stap onwennig de bibliotheek binnen waar de workshop zal plaatsvinden. De andere lesgevers druppelen voorzichtig binnen, en om halfzes zijn er ongeveer tachtig mensen aanwezig. Zo’n hoge opkomst had ik niet verwacht, maar ik ontdek al snel hoe CSV erin slaagt om zo veel volk naar de workshops te lokken: voor de sessies beginnen mogen we ons tegoed doen aan een uitgebreid buffet.

Terwijl we genieten van al het lekkers, leer ik enkele andere vrijwilligers kennen. We praten voornamelijk over hun ervaringen binnen CSV en over het Amerikaanse schoolsysteem. Een Mexicaanse maakt indruk op de rest van de groep wanneer ze beschrijft hoe het er aan toegaat in haar thuisland: in haar school moest ze vier jaar lang zowel wiskunde als fysica volgen. De meeste jongeren in Boston volgen maar twee of drie jaar wiskunde, en proberen de wetenschapsvakken zo veel mogelijk te vermijden. De hele groep was verwonderd over haar zware curriculum, en ik heb wijselijk mijn mond gehouden.

Van zodra het buffet helemaal geplunderd is, is het tijd voor het serieuzere werk. Ik woon een sessie bij over “Comprehensive Reading”, en alle groepsleden moeten zich in drie zinnetjes voorstellen. Ik zeg dat ik Belgische ben, en na de sessie word ik onmiddellijk benaderd door een paar enthousiastelingen die meer informatie willen.

Een eerste dame vraagt of ik uit het Franstalige of uit het Nederlandstalige gedeelte kom. Ik antwoord dat ik Nederlandstalig ben, en haar reactie is “Oh. Well... I suppose that's all right as well”, waarna ze zich omdraait alsof ik niet meer besta.

Daarna komt een jonge man mij uitgebreid vertellen over zijn rondreis door België van deze zomer. Hij laat mij weten dat hij Gent een supermooie stad vindt, en dat hij tijdens zijn eerste nacht in Antwerpen de geniaalste inval van zijn leven gehad heeft, maar dat hij zich de volgende morgen de details niet meer kon herinneren.
Duidelijk kennis gemaakt met onze Belgische trappisten...

Hij vertelt honderduit en ik krijg er amper een speld tussen. Ik luister geamuseerd naar zijn wilde verhalen, en plots nodigt hij mij uit naar een lasershootfeestje vrijdagavond. Hij doet erg hard zijn best om mij te overtuigen om te komen, maar wanneer ik zeg dat mijn man dat soort feestjes heel leuk zou vinden, wordt de uitnodiging weer ingetrokken. Erg verwarrend allemaal.

Voor ik naar huis kan, moet ik nog Laura, de verantwoordelijke van CSV, te pakken krijgen om te horen wat de volgende stap is in mijn vrijwilligerscarrière. Ze legt me uit dat ik eerst nóg een introductiesessie moet bijwonen, dat ik twee letters of recommendation nodig heb, én dat ze een background check zullen doen om na te gaan of ik wel voldoe aan het vooropgestelde profiel. Pas daarna willen ze me loslaten op de lokale jeugd.

Eén ding heb ik alvast geleerd de voorbije dagen: als vrijwilliger moet je echt wel gemotiveerd zijn.

Bij ons is er nog heelwat

Bij ons is er nog heelwat vrijwillergswerk. Kom gerust eens af.