Op walvissenjacht

Het oorspronkelijke plan was om in Harriets tweede weekendje in de VS een road tripje te ondernemen naar Acadia National Park in Maine, of naar de Green Mountains in Vermont. Door de uitzonderlijk lange winter kan dat plan helaas niet doorgaan. Het heeft niet veel zin om honderden kilometers te rijden naar een park waar de wegen nog niet sneeuwvrij gemaakt zijn, en waar het bezoekerscentrum nog niet open is. Een andere mogelijkheid was een tripje naar de Niagara watervallen, maar ook daar zijn de meeste voorzieningen nog gesloten. Als ik zie dat de “Maid of the Mist”, het bootje dat je tot vlak bij de imposante muur van water brengt, nog niet uitvaart, maken we ook een kruis over dit plan.

Onze bootOnze bootIn plaats daarvan zoeken we een activiteit iets dichter bij huis die de moeite is: wij gaan whale watchen!

Harriet en ik zijn onmiddellijk enthousiast na het bekijken van enkele filmpjes en foto's, maar het blijkt een stuk moeilijker om Thomas te overtuigen. Uiteindelijk slepen we hem dan maar gewoon mee. De boot vertrekt al om 10u, dus moeten we vrij vroeg opstaan. Gelukkig hebben we nog net voldoende tijd voor een tussenstop in Dunkin Donuts om donutgaatjes en hash browns te kopen. De kleine donutbolletjes zitten in een schattig kartonnen valiesje, en ik bescherm ze alsof het gaat om een waardevolle schat.

We kopen onze ticketjes, en omdat Harriet nog een student is, krijgen we alle drie seniorenkorting. Whatever.

Krimpende SkylineKrimpende SkylineVan zodra we op de boot mogen, wordt ons duidelijk dat het effectief de eerste uitvaart van het seizoen is. De mecanicien loopt rond om te testen of de micro’s het wel doen, en alle folderbakjes zijn nog leeg. Jammer genoeg is ook de bar beneden nog niet helemaal bevoorraad: ze hebben wel al snacks en frisdranken, maar voor deze eerste vaart zijn ze vergeten om medicijnen tegen misselijkheid in te slaan. In plaats daarvan komen ze dan maar bij iedereen een kotszakje leggen.

We beginnen te varen, en zien hoe de skyline van Boston steeds kleiner wordt. Ondertussen varen we langs de verschillende “Harbor Islands” en zien we een paar schattige vuurtorentjes. Eens we de haven uit zijn, laat onze Catamaran zien wat hij kan. We gaan bijzonder snel vooruit, en op aanraden van Thomas gaan we helemaal vooraan op de boot staan, waar we nog beter voelen hoe hard de boot vecht tegen de wind en het water.

HorizonstarenHorizonstarenOmdat het toch een beetje frisjes is buiten, trekken we ons terug in de boot. Dat blijkt een slechte zet. Deze landrat stelt vast dat ze geen zeemansbenen heeft, en al helemaal geen zeemansmaag. De donutgaatjes die ik met zo veel smaak verorberd heb, zijn een feestje aan het bouwen in mijn buik, en ik vind het maar niets. Het betert er niet op als de Abeeltjes beginnen te vertellen over “die keer op de ferry tussen Engeland en Belgie, toen de neus van de boot voortdurend onder water ging door de hevige storm, en waar bijna iedereen aan het overgeven was”. Ik en mijn kotszakje gaan dan maar even naar buiten voor wat frisse lucht en een sessie horizonstaren. Ik probeer om mijn blik zo strak mogelijk op de horizon te houden, en het feit te negeren dat diezelfde horizon voortdurend op en neer gaat.

Gelukkig ben ik nog net fris genoeg om te beseffen hoe mooi het zicht is. Het is een zonnige dag, en de horizon is niets meer dan een rechte scheidingslijn tussen het donkerblauwe water, en de helderblauwe hemel.

Vechten tegen de windVechten tegen de windOndertussen zijn we ongeveer in het walvissengebied aangekomen. Thomas en Harriet komen naar buiten in de hoop om walvissen te spotten, en na een kwartiertje voel ik me goed genoeg om hen te gaan helpen bij hun zoektocht. Overal waar ik kijk, zie ik walvissen. In iedere golf zie ik een vin, en bij iedere schuimkop denk ik dat het de spuitfontein is van een uitademende walvis. Jammer genoeg zien de specialisten aan boord geen walvissen in de buurt. De beestjes hebben duidelijk nog geen bericht gekregen dat het walviskijkseizoen weer begonnen is. Jammer maar helaas, na een uurtje ronddobberen in de walvissenvoederbak moeten we terug naar Boston zonder dat we walvissen gezien hebben.

We beslissen dan maar om er het beste van te maken en gewoon te genieten van de rest van ons pleziervaartje. Van zodra we Boston naderen, willen we naar het voordek om de skyline te zien groeien. Dat blijkt moeilijker dan verwacht: we varen tegen de wind in, en op het dek moeten we heel hard ons best doen om niet van de boot te waaien. Volledig uitgewaaid komen we terug aan in Boston. Sommige toeristen zijn teleurgesteld, maar wij laten het niet aan ons hart komen. Ondanks alles hebben we een leuke voormiddag gehad, en we krijgen een gratis ticketje om nog eens terug te keren. Dat wil zeggen dat we morgen gewoon nog eens mee mogen!

De eerste stop nadat we van de boot gaan, is de apotheek. Morgen neem ik een pil tegen zeeziekte.